Prioriteiten veiligheidsplan zorgen voor uitgebreid debat

Prioriteiten veiligheidsplan zorgen voor uitgebreid debat

10 februari 2023 – In de oordeelsvormende vergadering van de commissie Economie, Financiën en Bestuur is op donderdag 9 februari uitgebreid gedebatteerd over het voorstel Vaststellen prioriteiten veiligheidsplan 2023-2026 ‘Samen veilig in Delft’.

In het geactualiseerde plan zijn vijf prioriteiten opgenomen waar de politie de komende vier jaar meer inzet op gaat plegen. Die prioriteiten zijn: Overlast, Gedigitaliseerde criminaliteit, Radicalisering, extremisme en polarisatie (maatschappelijk ongenoegen), Ondermijning en Jeugdcriminaliteit en voorkomen jonge aanwas.

Eind vorig jaar deelden de fracties met burgemeester Marja van Bijsterveldt hun wensen en ideeën over de invulling van het veiligheidsplan. Donderdagavond konden de fracties laten weten of ze zich kunnen vinden in de voorgestelde prioriteiten, zodat de gemeenteraad die in de vergadering op 9 maart kan vaststellen.

Actualiteit

In de commissie klonk veel instemming en tevredenheid over de manier waarop het veiligheidsplan tot stand is gekomen en de betrokkenheid van de gemeenteraad daarbij. Toch waren er nog veel wensen om, deels gebaseerd op de actualiteit, meer inzet van de politie te vragen op zaken als geweld tegen vrouwen en digitale criminaliteit. Maar ook andere punten werden door de fracties aangestipt.

De VVD vroeg onder meer om meer herkenbaar blauw in de wijk en een versterkte aanpak tegen ondermijning. In de lijst met ondersteunende documenten bij het veiligheidsplan miste de VVD het vijfpuntenplan van oppositie. Portefeuillehouder Veiligheid Van Bijsterveldt adviseerde de VVD-fractie om dat niet-vastgestelde plan via een amendement in de raad als inspiratiebron op te nemen in de lijst met onderliggende documenten. De VVD liet weten dat advies over te nemen.

Online gebiedsverbod

D66 liet weten achter de prioriteiten te staan, maar plaatste ook kanttekeningen. Die fractie wees op de toename van het aantal fraudemeldingen. Daarnaast zei D66 zich zorgen te maken over een mogelijk online gebiedsverbod. De rechter tikte zeer recent de burgemeester van Utrecht op de vingers na het afkondigen van zo’n verbod, terwijl daar wettelijk nog niks is voor geregeld. Wat D66 betreft houdt Delft zich aan de wet en experimenteert de burgemeester niet met een dergelijk digitaal verbod.

STIP deelde dat standpunt. Aan het handhaven op digitaal aanzetten tot geweld of digitaal opruien kleven nog te veel haken en ogen in de visie van STIP. Zonder landelijke waarborgen moet de burgemeester dat middel niet gebruiken. Onafhankelijk Delft sloot zich daarbij aan.

Van Bijsterveldt liet de commissie weten nog geen standpunt te hebben ingenomen. Ze zei de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten te houden en wees onder meer op de handreiking van Justitie die binnenkort meer duidelijkheid over de regels moet geven. Wetgeving verwacht de burgemeester voorlopig niet, omdat dat nog wel twee jaar kan duren. Ze sluit de mogelijkheid van een digitaal gebiedsverbod niet uit, maar verzekerde de commissie dat daar een zorgvuldig afwegingsproces aan vooraf gaat.

Tandje extra

Kanttekeningen waren er ook van Volt. Die fractie zei de gekozen prioriteiten te steunen, maar ze wel allesomvattend te vinden. Volt miste in het plan verder cijfers over geweld tegen bepaalde doelgroepen. Ook de PvdA was positief en net als Volt vroeg die fractie om meer specifieke cijfers over geweld tegen vrouwen en discriminatie van lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen, transgender- en intersekse personen. De PvdA vroeg daarnaast om een tandje extra in de aanpak tegen mensenhandel en ook over dat onderwerp had de PvdA meer cijfers willen zien. Het verzoek van de PvdA aan de commissie om een beeldvormende bijeenkomst te gaan houden over mensenhandel kreeg de steun van diverse fracties.

Steekpartij

De CDA-fractie zei tevreden te zijn over het voorstel en over het voorafgaande proces dat volgens het CDA ordentelijk was verlopen. De fractie was onder meer blij dat huiselijk geweld in het veiligheidsplan is opgenomen. Aan het begin van de vergadering stond burgemeester Van Bijsterveldt kort stil bij de recente dodelijke steekpartij in de wijk Voorhof. Ze toonde haar medeleven met de familie en de buurt en prees de politie die de verdachte snel wist aan te houden.

Het CDA zei zich ook zorgen te maken over het toenemend antisemitisme. De burgemeester beaamde dat de politie daar scherp op blijft, net als op andere zaken die in veiligheidsplan minder prioriteit hebben gekregen zoals fietsendiefstallen en high impact crimes maar ook daar blijft de politie zich mee bezighouden.

Bewustwording

De daders van ondermijning en mensenhandel moeten worden aangepakt volgens de ChristenUnie. De gemeente zou wat de ChristenUnie betreft meer kunnen doen aan bewustwording van bewoners, via campagnes en lessenpakketten op scholen.

Ook de SP pleitte voor meer preventieve maatregelen om te voorkomen dat jongeren op het slechte pad belanden. Het weerbaar maken van bewoners moet volgens Hart voor Delft gebeuren door niet over maar met bewoners te praten. Ook GroenLinks toonde zich voorstander van extra preventie.

In haar beantwoording op de vele vragen uit de commissie waarschuwde de burgemeester dat het aanpassen of aanvullen van de prioriteiten in het veiligheidsplan betekent dat de politie andere zaken minder kan doen. Daarnaast legde ze onder meer uit dat de politie niet de enige partij is in het veiligheidsbeleid, maar dat ook zorgpartners en de gemeente zijn betrokken om van Delft een zo veilig mogelijke stad te maken.

Moties

Aan het eind van het debat werden diverse moties aangekondigd door STIP en D66 (digitaal gebiedsverbod), PvdA, VVD (geweld tegen vrouwen) en Onafhankelijk Delft (buurtveiligheid). Dat betekent dat de gemeenteraad dit onderwerp verder in de vergadering op donderdag 9 maart bespreekt.

Strategische Agenda

De commissie boog zich donderdagavond ook over de conceptzienswijze van het college op de Strategische Agenda van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH). Het samenwerkingsverband van 21 gemeenten, waaronder Delft, beschrijft in deze nieuwe agenda de visie voor de komende vier jaar op het verbeteren van het economisch vestigingsklimaat en de bereikbaarheid. In de voorlopige zienswijze schrijft het college onder meer dat Delft zich herkent in de opgaven en opdrachten en de punten die specifiek voor Delft in de agenda zijn opgenomen.

In het debat kwamen vooral de aanvullingen ter sprake die door GroenLinks, Volt en ChristenUnie in een conceptamendement waren verwoord. De drie fracties zouden in de zienswijze Europese samenwerking, brede welvaart en groei en innovatie en technologie willen toevoegen aan de doelen van de MRDH.

STIP, PvdA en CDA vroegen zich af of dit amendement niet te breed was opgesteld en of het concreter gemaakt kon worden. Ook wethouder Maaike Zwart adviseerde de opstellers van het amendement de doelstellingen van de MRDH als uitgangspunt te nemen en om die zo nodig te concretiseren. Europese samenwerking is iets waar volgens de wethouder de MRDH nu geen geld en menskracht voor heeft. GroenLinks deelde die mening niet en hield de wethouder voor dat de MRDH daar nog geld voor uit kan gaan trekken als de strategische agenda is vastgesteld.

Op advies van het CDA gaan de opstellers van het amendement kijken of ze er drie amendementen van kunnen maken, zodat fracties in de komende raadsvergadering op donderdag 9 maart kunnen instemmen met de aanvullingen waar ze het mee eens zijn.

Open Overheid

Aan het begin van de vergadering gebruikte een vertegenwoordiger van de Belangenvereniging TU Noord zijn inspreekminuten om de commissie te informeren over het verzoek aan de gemeente om de belangenvereniging te voorzien van informatie over het project Pauwmolen. Dit onderwerp stond niet op de agenda en werd om die reden niet met het college besproken.

De projectontwikkelaar wil met de bewoners starten met het participatietraject, maar de bewoners zeggen niet te kunnen starten voordat ze weten wat er speelt. De Wet Open Overheid bepaalt dat een gemeente zes weken de tijd heeft om op een dergelijk verzoek te reageren. TU Noord diende mei vorig jaar een verzoek in, maar kreeg tot op heden geen antwoord. Diverse fracties reageerden geschrokken op de bijdrage van de belangenvereniging en kondigden aan vragen aan het college te gaan stellen. Om die vragen te onderbouwen beloofde de inspreker het informatieverzoek en de tijdlijn naar de raad te sturen.

Vlag

Burgemeester Van Bijsterveldt liet in de rondvraag de CDA-fractie weten bereid te zijn om op 24 februari bij het stadskantoor de vlag van de Oekraïne te hijsen als steunbetuiging. Het is die dag een jaar geleden dat Rusland Oekraïne binnenviel.

Bijdrage

De burgemeester liet de commissie ook weten dat de gemeente Delft gaat kijken op welke manier een bijdrage geleverd kan worden aan de mensen die in Turkije en Syrië getroffen zijn door de aardbeving. Diverse gemeenten zegden al één euro per inwoner toe. Volgens de burgemeester lijkt het waarschijnlijk dat ook Delft met een bedrag over de brug komt.

Commissie bespreekt prioriteiten veiligheidsplan

6 februari 2023 – In de oordeelsvormende vergadering van de commissie Economie, Financiën en Bestuur wordt op donderdag 9 februari onder meer het voorstel Zienswijze Strategische agenda Metropoolregio Rotterdam Den Haag besproken. De commissievergadering begint om 19.30 uur.

De gemeenteraad heeft tot 10 maart de tijd om op deze strategische agenda te reageren. De metropoolregio formuleert hierin de koers voor de komende vier jaar. De 21 samenwerkende gemeenten richten zich op vier regionale opgaven: groei van de regio, vernieuwen van de economie van de regio, kwaliteit van de regio en herstel van de regio.

Verder bespreekt de commissie het voorstel Archiefverordening Delft 2023. De huidige verordening stamt uit 2012. De nieuwe verordening is in tekst en vorm een vereenvoudiging de archiefverordening 2012 en is meer gericht op digitale archivering in plaats van het bewaren van papier.

Het raadsvoorstel Vaststellen prioriteiten veiligheidsplan 2023-2026 ‘Samen veilig in Delft’ staat op de agenda, zodat de commissie advies kan geven voor de besluitvorming in de raad.

Belangstellenden kunnen de vergadering bijwonen in de raadszaal of thuis bekijken via de uitzending op de website van de gemeenteraad. Wanneer u tijdens het overlegdeel van de vergadering wilt inspreken op een van de agendapunten kunt u zich tot op de dag van de vergadering tot 12.00 uur aanmelden bij de griffie.

Agenda commissie Economie, Financiën en Bestuur

Brede steun voor verhogen toeristenbelasting

13 januari 2023 – In de oordeelsvormende vergadering van de commissie Economie, Financiën en Bestuur hebben de fracties op donderdag 12 januari hun brede steun uitgesproken voor het voorstel om de toeristenbelasting dit jaar en volgend jaar stapsgewijs te verhogen.

Als de gemeenteraad akkoord gaat, gaan toeristen in 2023 per persoon per nacht €3,80 betalen. Dat is nu nog €3,05. In 2024 komt er een extra verhoging bij en kost een verblijf in Delft per persoon per nacht €4,50. Daarmee betalen de bezoekers aan Delft deels mee aan het financieel herstel van de stad.

Extra kwartje

Het college wilde het tarief volgend jaar eigenlijk verhogen naar €4,25. Op aandringen van het Platform Bezoekerseconomie Delft is gekozen voor een extra kwartje erbij, zodat uitvoering gegeven kan worden aan de Visie Toerisme 2030 die het platform samen met de gemeente in 2021 heeft opgesteld. Het tarief voor een campingovernachting wordt van 85 eurocent verhoogd naar €1.00.

Insprekers

Twee insprekers lichtten de commissie namens het Platform Bezoekerseconomie Delft en de Delftse hotelsector toe dat de meeropbrengst uit de toeristenbelasting door het platform gebruikt wordt als aanjaagbudget om te investeren in de bezoekerseconomie. Dat extra budget verzekert Delft volgens de hotelsector van een structurele bezoekersstroom.

Motie

De voorgestelde verhoging vloeit mede voort uit een motie van ChristenUnie, D66 en VVD die in november 2021 door de raad werd aangenomen. Volgens die motie moest het college in overleg over de hoogte van de toeristenbelasting met omringende gemeenten. Er moest een zorgvuldig afgewogen voorstel komen om de toeristenbelasting te verhogen en de opbrengsten zouden gebruikt moeten worden om de lasten voor alle Delftenaren te verlagen.

Waardering

In de commissie reageerden nagenoeg alle fracties vol lof op het voorstel. Er was veel waardering dat het college de wens van het platform voor een extra tariefsverhoging heeft overgenomen. STIP, PvdA, GroenLinks en Hart voor Delft spraken over een goed plan, goed gebalanceerd zei het CDA en Onafhankelijk Delft had het over een prachtig plan. Maar wel wat karig vond Onafhankelijk Delft. Van die fractie mag de tariefstijging nog hoger en Hart voor Delft wilde van het college weten of er geen extra geld voor het aanjaagbudget van de toeristensector bij kan. Net als Onafhankelijk Delft zei D66 een hogere toeristenbelasting in gedachten te hebben. Ook drong D66 erbij wethouder Maaike Zwart op aan om nog deze raadsperiode met een evaluatie te komen. De wethouder liet weten dat geen probleem te vinden.

Lastenverlichting

Ze verzekerde de fractie van Volt dat nog dit jaar de bewegwijzering voor toeristen in de stad wordt aangepakt. Volt wees op het tijdelijk VVV-onderkomen bij het station, terwijl de bordjes toeristen nog naar de binnenstad sturen. De wethouder vond daarnaast het suggestie van de SP interessant om binnen de toeristenbelasting te werken met percentages; wie overnacht in een duurder hotel betaalt meer dan iemand die in een goedkoper hotel blijft slapen. Ze kon zich voorstelen dat die gedachte past binnen het omdenken van de toeristensector. CDA en VVD drongen erbij wethouder Martina Huijsmans op aan om ook te kijken naar de mogelijke lastenverlichting voor Delftenaren. De wethouder liet weten daarover bij de Kadernota met een integrale afweging te komen. 

Amendement

Aan het eind van het debat lieten Hart voor Delft, CDA, D66 en Volt weten het voorstel mee terug te nemen naar hun fracties. Hart voor Delft overweegt een amendement om een hoger bedrag dan de voorgestelde 25 cent terug te laten vloeien naar de toeristensector. CDA denkt aan een motie over de lastenverlaging en Volt overweegt een motie over een verhoging om cultuur een impuls te geven. De raad neemt in de vergadering op donderdag 2 februari een besluit over dit voorstel.

Joods vastgoed

De nabestaanden van de Joodse slachtoffers van de Holocaust zijn in Delft na de oorlog met weinig compassie door de gemeente geholpen. Uit het verkennend onderzoek van het Stadsarchief Delft naar het gemeentelijk beleid over de onteigening en aankoop van Joods onroerend goed tijdens de Tweede Wereldoorlog en het rechtsherstel daarvan na de oorlog, blijkt dat ze soms tegen een muur van bureaucratie aanliepen.  De gemeente maakte – net als de landelijke overheid – bewust geen uitzondering voor Joodse slachtoffers. Zij wilde niet discrimineren zoals de Duitse bezetter had gedaan. Iedereen stond aan hetzelfde loket bij terugkomst. De gemeentelijke instanties deden wat tot hun takenpakket hoorde, maar ook niet meer dan dat.

Aanvullend onderzoek

Bij de bespreking van dit onderzoek in de commissie hoorde wethouder Frank van Vliet de behoefte bij alle fracties om een aanvullend onderzoek uit te voeren dat wat D66 betreft het complete verhaal boven water moet brengen. Onafhankelijk Delft en SP drongen erbij de wethouder op aan om over de opzet daarvan eerst in gesprek te gaan met de Joodse gemeenschap in Delft. De ChristenUnie stelde dat de fouten uit het verleden door een overheid zonder compassie nog steeds worden gemaakt zoals in de toeslagenaffaire. De ChristenUnie zou in een aanvullend onderzoek ook de rol van de gemeenteraad helder willen krijgen.

Inclusieagenda

De CDA-fractie vroeg aandacht voor moreel rechtsherstel en om de Joodse gemeenschap ook met andere maatregelen tegemoet te komen zoals het leggen van struikelstenen gratis maken. STIP deelde die gedachte en vroeg ook om meer aandacht voor dit verhaal bij herdenkingen of in de vorm van een herdenkingsbord. GroenLinks zou graag zien dat er een koppeling wordt gemaakt met de gemeentelijke inclusieagenda. Volt filosofeerde over de vraag wanneer je als gemeente het goed doet en wanneer je als gemeente het goede doet. Ook de PvdA zet een komma en geen punt achter het verkennend onderzoek. Volgens de PvdA moet de politieke betrokkenheid in het aanvullend onderzoek worden meegenomen en moet de terugkeer van de Joodse overlevenden in Delft een markering krijgen in de stad.

Bewondering

Hart voor Delft zei bewondering te hebben voor de manier waarop de Joodse gemeenschap na de oorlog zijn plek in Delft weer heeft gevonden. Hart voor Delft is eveneens voorstander van een vervolgonderzoek, maar gebaseerd op de conclusies uit de verkenning, omdat verbreding volgens Hart voor Delft kan leiden tot verzanden. De VVD vindt dat aanvullend onderzoek antwoord moet geven op de vraag of de gemeente goed heeft gehandeld en of compensatie nodig is voor de gedupeerden. Daarnaast wil de VVD net als de PvdA dat dit verhaal verteld en zichtbaar wordt. De SP zei geschrokken te zijn van de rol van de gemeente en wees ook op de noodzaak om ook te kijken naar actuele onderwerpen waarbij mensen slachtoffer worden van dezelfde mechanismen als indertijd.

Vervolgacties

Wethouder Van Vliet legde de commissie uit dat het college nog geen voorstel heeft voor een aanvullend onderzoek, maar dat hij in samenspraak met de Joodse gemeenschap daar wel een opzet voor gaat maken. Ook zei hij van plan te zijn om de suggesties uit de commissie te gaan vertalen in vervolgacties zoals het publiceren van het verkennend onderzoek voor een breed publiek. Volgens de wethouder is het essentieel dat bij die vervolgacties ook een verband wordt gelegd met aspecten in het heden waarbij de overheid in de fout kan gaan. Ook zei hij bereid te zijn om te kijken naar de mogelijkheden voor genoegdoening.

Commissie hervat vergaderjaar met toeristenbelasting

9 januari 2023 – Het nieuwe jaar begint voor de gemeenteraad van Delft op donderdag 12 januari met de oordeelsvormende vergadering van de commissie Economie, Financiën en Bestuur. De commissievergadering begint om 19.30 uur en wordt gehouden in de raadszaal in het stadhuis op de Markt.

De commissie overlegt onder meer over het raadsvoorstel Toeristenbelasting. Dit voorstel bestaat uit twee delen. Het college wil dat de Verordening Toeristenbelasting Delft 2024 wordt vastgesteld en zo wordt gewijzigd dat de Visie Toerisme 2030 uitgevoerd kan worden. De kosten worden deels via een verhoging van de toeristenbelasting vanaf 1 juni dit jaar door de bezoekers van Delft zelf betaald.

De commissie bespreekt verder het onderzoek naar Joods vastgoed. In september heeft de commissie een presentatie gehad over dit onderzoek. Toen is ook het verzoek gedaan om dit te agenderen voor de overlegvergadering van januari. Het onderzoek betreft het gemeentelijk beleid voor de onteigening en aankoop van Joods onroerend goed tijdens de Tweede Wereldoorlog, het rechtsherstel daarvan na de oorlog en de (na)heffingen voor lokale belastingen. In het onderzoek zijn zeven zaken verder uitgewerkt.

Belangstellenden kunnen de vergadering bijwonen in de raadszaal of thuis bekijken via de uitzending op de website van de gemeenteraad. Wanneer u tijdens het overlegdeel van de vergadering wilt inspreken op een van de agendapunten kunt u zich tot op de dag van de vergadering tot 12.00 uur aanmelden bij de griffie.

Agenda commissie Economie, Financiën en Bestuur

Commissie alert op financiële risico’s Prinsenhof

30 november 2022 – In de oordeelsvormende vergadering van de commissie Economie, Financiën en Bestuur is op dinsdag 29 november door nagenoeg alle fracties positief gereageerd op het voorlopig ontwerp voor de renovatie en restauratie van Museum Prinsenhof.

Het museum wordt toegankelijker voor iedereen, ook voor mensen met een handicap. De museale waarde wordt vergroot en daarnaast wordt de duurzaamheid van het monumentale gebouw verbeterd. Het voorlopig ontwerp gaat uit van een investering van 38 miljoen euro. De raad heeft al ingestemd met een bedrag van 28 miljoen euro. Dat bedrag bestaat uit de schenking van tien miljoen euro van de familie Vlek en de maximale financiering door de gemeente van achttien miljoen euro.

De nog ontbrekende tien miljoen euro moet via het rijk, provincie, fondsen, bedrijven en derden bijeengebracht worden. Wethouder Frank van Vliet liet de commissie weten er alle vertrouwen in te hebben dat dat gaat lukken.

Hij stelde onder meer CDA, D66, PvdA, STIP en VVD gerust dat de gemeente niet meer bijdraagt dan achttien miljoen euro. Hart voor Delft wees de wethouder erop dat al anderhalf jaar bekend is dat er een gat is van tien miljoen en wilde weten of een deel van dat geld al binnen is. Een klein deel van het resterende bedrag zou volgens de wethouder tot nu toe bijeengebracht zijn. De wethouder maakte niet bekend om welk bedrag het gaat.

Dat financiële inzicht krijgt de commissie over ongeveer een jaar als de raad het definitieve ontwerp wordt voorgelegd. Dan wordt duidelijk of het ontwerp volledig kan worden uitgevoerd, of dat er door gebrek aan geld, gekozen moet worden om onderdelen niet uit te voeren. Wethouder Van Vliet liet GroenLinks weten dat in het definitieve ontwerp wordt ook de inrichting van de Prinsentuin, het Agathaplein en het Prinsenkwartier meegenomen.

Van Vliet verzekerde de commissie dat hij de raad tussentijds via een raadswerkgroep op de hoogte houdt van het proces naar het definitieve ontwerp. Volt prees het participatietraject tot nu toe en de manier waarop de inbreng van bewoners was vertaald in het voorlopig ontwerp. De SP constateerde dat daarmee was aangetoond dat luisteren naar bewoners in de praktijk leidt tot betere resultaten.

Volgens de wethouder blijven de bewoners niet meer formeel, maar wel zijdelings betrokken via een adviesgroep. Hij stelde de ChristenUnie gerust dat de Waalse kerk en het orgel in de kerk als separate onderdelen van het Prinsenhof gebruikt kunnen blijven worden. Wat de PvdA betreft draagt een vernieuwd Prinsenhof bij aan een zelfbewust Delft. 

Naar verwachting wordt de gemeenteraad eind volgend jaar gevraagd om inhoudelijk en financieel een besluit te nemen over de renovatie en restauratie van het Prinsenhof. De verbouwing kan dan begin 2025 van start gaan. In de commissievergadering zagen de fracties geen aanleiding om dit onderwerp op de agenda van een komende raadsvergadering te zetten.

Lokale veiligheid

In deze commissievergadering bespraken de fracties ook de brief van het college over de Voorgestelde prioriteiten lokaal veiligheidsbeleid 2023-2026. Dat nieuwe beleidsplan wordt op dit moment uitgewerkt. De fracties kregen de gelegenheid om hun eigen wensen en suggesties te delen met portefeuillehouder Marja van Bijsterveldt. 

De voorgestelde prioriteiten die de komende jaren meer aandacht krijgen zijn; overlast, gedigitaliseerde criminaliteit, radicalisering en polarisatie, ondermijning plus jeugdcriminaliteit en het voorkomen van jonge aanwas. Op het tegengaan van high impact crimes en fietsendiefstal wordt niet meer extra ingezet.

Een inspreker namens de Orange the World commissie van Soroptimistclub Delft en het Vrouwen in Delft platform vroeg in haar inspreekminuten aandacht voor geweld tegen vrouwen en meisjes en gender-sensitief beleid. De Soroptimistclub Delft zou graag zien dat Delft een Safe Streets gemeente wordt.

Hart voor Delft vroeg burgemeester Van Bijsterveldt ook de regio, wijken, buurten en scholen te betrekken bij het opstellen van het lokaal veiligheidsbeleid. De fractie pleitte voor investeren in jeugdwerk en het eventueel aanstellen van jeugd-boa’s om de overlast van hangjongeren aan te pakken. De fractie van het CDA kon zich in grote lijnen vinden in de keuzes van het college. Ondermijning en digitale veiligheid verdienen ook volgens het CDA extra aandacht. Dat door het afschalen van high impact crimes huiselijk geweld en kindermishandeling minder aandacht krijgen, vindt het CDA onverstandig. Daarnaast zei die fractie zich zorgen te maken over een toename van antisemitisme.

Ook de VVD pleitte voor blijvend extra aandacht voor high impact crimes. En ook fietsendiefstal blijft wat de VVD betreft op de prioriteitenlijst staan. De VVD zei ook meer blauw in de wijk te willen en criminele netwerken breed te willen aanpakken. GroenLinks kon zich vinden in de woorden van de inspreker en vroeg onder meer aandacht voor gender-gerelateerd geweld. Dat moet volgens GroenLinks onderdeel zijn van het algemeen beleid. Veiligheid voor iedereen op straat werd genoemd door D66, PvdA en STIP.

De SP zei voorstander te zijn van meer agenten op straat en vroeg aandacht voor de aanpak van verwarde personen die volgens de portefeuillehouder heel veel tijd vraagt van de politie. De ChristenUnie wees onder meer op de lopende onderzoeken naar arbeids- en seksuele uitbuiting en het eventueel meenemen van de uitkomsten in het lokaal veiligheidsbeleid. Volt zou graag zien dat de prioriteiten in het definitieve beleidsplan meer toegespitst worden op diverse aandachtsgebieden en dat er meer aandacht komt voor slachtoffers.

Burgemeester Van Bijsterveldt liet de commissie weten dat ze een duidelijk appèl had gehoord voor de veiligheid op straat. Delft doet al veel volgens Van Bijsterveldt. Onveilige plekken worden aangepakt en het aantal vrouwen dat zich in Delft op straat onveilig voelt is afgenomen. De burgemeester ging daarom niet mee in de wens van D66 om van Delft een Safe Street gemeente te maken. Dat betekent volgens Van Bijsterveldt dat ambtenaren, ten koste van andere prioriteiten, hun tijd kwijt zijn aan het maken van plannen. Na aandringen van D66 beloofde de burgemeester uit te zoeken wat het Delft kost om Safe Street gemeente worden.

De suggestie van Hart voor Delft om jeugd-boa’s aan te stellen, noemde de burgemeester interessant. Bij de aanpak van jeugdcriminaliteit maakte ze wel het voorbehoud dat het rijk met extra geld over de brug moet komen. Ze stelde Volt gerust dat in het lokaal veiligheidsprogramma de prioriteiten verder uitgewerkt worden en dat veiligheidsbeleving en het terugdringen van slachtoffers als een rode draad zijn opgenomen in het lokale beleid. Ook zoekt ze uit of er cijfers beschikbaar zijn over  specifieke doelgroepen. Naar verwachting wordt het Lokaal beleidskader Veiligheid 2023-2026 begin volgend jaar ter vaststelling aangeboden aan de gemeenteraad.

Herdenking Delfts slavernijverleden krijgt steun en kritiek

30 september 2022 – In de oordeelsvormende vergadering van de commissie Economie, Financiën en Bestuur is op donderdag 29 september uitgebreid gesproken over de activiteiten die worden georganiseerd voor het herdenkingsjaar slavernijverleden Delft. In 2023 wordt 150 jaar afschaffing van de slavernij in het Koninkrijk der Nederlanden herdacht. Het college wil hieraan bijdragen via een onderzoek naar het lokale slavernijverleden.

De activiteiten in het herdenkingsjaar worden op touw gezet door het Kwartiermakers comité Slavernijverleden Delft. Twee vertegenwoordigers gebruikten hun inspreektijd in de commissie om steun te vragen voor hun voorbereidend werk en om de commissie te wijzen op het belang van een onderzoek.

Het verkennend historische onderzoek zal volgens het college begin 2023 leiden tot  een kort feitenrelaas. Het geeft inzicht in de rol van Delft en de Delftenaren, vult lacunes in de stadsgeschiedenis en helpt het Kwartiermakers comité bij het opzetten van een verantwoord herdenkingsjaar. Daarvoor wil het college het subsidiebudget eenmalig verhogen met 100.000 euro. Het onderzoek van het Stadsarchief Delft van 32.000 euro wordt betaald uit budget van Erfgoed Delft en de multiculturele expertise met 16.000 euro uit het budget voor integratie en tegengaan discriminatie. In een brief aan het comité legt het college uit geen geld te willen uittrekken voor een projectleider of het realiseren van een slavernijmonument.

De fractie van Hart voor Delft liet weten moeite te hebben met de financiering van het onderzoek. Hart voor Delft vroeg het college pas op de plaats te maken en de besteding van het voorgestelde budget te verduidelijken. D66 complimenteerde het college met het gewijzigde standpunt. Het vorige college wilde namelijk geen onderzoek laten doen en het initiatief volledig aan de stad overlaten. Het huidige college kiest voor een basisonderzoek. Wat D66 betreft mag dat ook een uitgebreid onderzoek zijn, waarvan de resultaten kunnen dienen voor educatieve en culturele activiteiten.

Een aspect dat volgens de PvdA in het onderzoek moet worden meegenomen is de vraag of er destijds ook Delftenaren waren die nadeel ondervonden van de slavernijhandel. STIP prees het initiatief uit de stad en wilde van het college weten hoe het herdenkingsfeest Keti Koti jaarlijks structureel gefinancierd kan worden. De CDA-fractie zei het terecht te vinden dat er een onderzoek komt, maar zo vlak voor de begrotingsbehandeling voelde die fractie zich wel verrast door de brief van het college.

Als het aan Onafhankelijk Delft ligt, wordt in het onderzoek ook gekeken naar de invloed van het slavernijverleden op de start van de technische universiteit. De VVD zei verbaasd te zijn dat het college na een stadsgesprek met 25 inwoners van standpunt is veranderd en nu wel een onderzoek wil instellen. Het geld dat daarvoor wordt benut, zou volgens de VVD beter direct besteed kunnen worden aan het bestrijden van racisme en discriminatie.

GroenLinks sprak zijn waardering uit voor het initiatief van de kwartiermakers en wees de VVD erop dat de deelnemers aan de twee stadsgesprekken een groot deel van de Delftenaren vertegenwoordigen. De ChristenUnie herinnerde de commissie aan de schriftelijke vragen die door de fractie samen met GroenLinks en D66 in 2021 werden gesteld, waarmee de bal aan het rollen werd gebracht.

Volt liet weten blij te zijn met de stappen die worden gezet voor het herdenkingsjaar. Die fractie vroeg meer duidelijkheid over de subsidieverdeling voor de andere thema’s van 2023; Vermeer en Antoni van Leeuwenhoek. De SP betoogde dat zonder begrip van het verleden de keuzes voor de toekomst op de tocht staan. Ook de SP zette vraagtekens bij het voorgenomen budget.

Wethouder Joëlle Gooijer legde uit dat het feitenonderzoek moet worden gezien als een eerste bouwsteen voor wat er verder nog ontdekt gaat worden. Ze zei zich ervan bewust te zijn dat geld maar één keer kan worden uitgegeven maar volgens de wethouder wordt discriminatie ook bestreden door juist nu gesprekken te voeren. Wethouder Frank van Vliet vulde aan dat het stadsarchief binnen zijn bestaande budget het onderzoek laat uitvoeren en dat de extra ton subsidie is bedoeld voor het aanjagen van themajaren. Die extra 100.000 euro is door het college opgenomen in de programmabegroting.

D66 liet aan het eind van het debat weten bij de begrotingsbehandeling terug te komen op dit onderwerp. Hart voor Delft en VVD overwegen moties in de eerstvolgende raadsvergadering van 18 oktober 2022.

Rekenkamerrapport

De gemeente Delft werkt op een passende manier samen met de TU Delft. Niet alle ambities kunnen door personeelsgebrek gerealiseerd worden en de resultaten zijn niet altijd even zichtbaar in de stad, maar de resultaten zijn er. Het college zou de raad wel beter kunnen informeren. Die conclusies staan in het rapport Samenwerking gemeente en TU Delft van de Delftse Rekenkamer. De commissie besprak dit rapport al in de commissievergadering op 25 augustus, maar toen zonder portefeuillehouder Marja van Bijsterveldt.

Zij reageerde donderdagavond op het onderlinge debat dat de commissie vorige maand over het rekenkamerrapport had gehouden. Van Bijsterveldt wees onder meer op de lusten die Delft heeft van de universiteit. Ze wees er onder meer op dat de economische impact van de TU voor de stad mega is. Over de lasten wordt nauw overlegd met de TU en de studentenverenigingen om die zoveel mogelijk te beperken. Wat beter zou kunnen volgens de burgemeester is de zichtbaarheid van de TU in de stad. Delft zou wat haar betreft vaker een proeftuin mogen zijn van de universiteit.

Ze beloofde de fractie van Volt om jaarlijks in de financiële stukken van de gemeente kort te reflecteren op de samenwerking met de TU. STIP kreeg de toezegging dat de burgemeester met het OWEE-bestuur gaat overleggen over de mogelijkheid om tijdens de ontvangstweek een passend programma aan te bieden aan mbo-studenten. De wens van diverse fracties om nauwer betrokken te zijn bij de totstandkoming van het convenant met de TU wees ze af. Dat is volgens haar aan het college en het TU-bestuur. Daarbij worden de wensen en opmerkingen die ze had gehoord meegenomen.

Onderwerpen die in het vernieuwde convenant een plek zouden moeten krijgen zijn volgens diverse commissies studentenhuisvesting en de instroom van buitenlandse studenten. STIP gaf aan, samen met GroenLinks en VVD, in de komende raadsvergadering een amendement op het raadsbesluit te overwegen.

Veiligheid

Maatschappelijk ongenoegen, cybercrime en gedigitaliseerde criminaliteit, jeugd en veiligheid, zorg en veiligheid en ondermijning zijn de prioriteiten die voor de komende vier jaar door politie en justitie zijn aangewezen in het regionaal beleidsplan ‘Coalitie voor de Veiligheid 2023-2026’. Het college zegt in het voorstel Zienswijze concept regionaal beleidsplan ‘Coalitie voor de Veiligheid 2023-2026’ deze regionale prioriteiten te herkennen.

Tijdens de bespreking van het voorstel bleken veel fracties aanvullende wensen te hebben. Zo vond de VVD de zienswijze erg beperkt en zou er meer duidelijkheid moeten komen over wat de prioriteitenlijst betekent voor het handelen van de politie in de wijken van Delft. De ChristenUnie miste high impact crimes als prioriteit in de lijst. Daarnaast vroeg die fractie zich af in hoeverre er lokaal iets gedaan kan en moet worden aan cybercrime.

GroenLinks sprak zijn tevredenheid uit over de zienswijze en over de uitgebreide aandacht in het plan voor preventie. Volt zei dat gender gerelateerde misdrijven een plek op de prioriteitenlijst verdienen. STIP sloot zich daarbij aan. De PvdA sprak over haatmisdrijven en D66 zei dat radicalisering blijvend aandacht van de politie moet krijgen. Hart voor Delft wil dat de politie meer zicht krijgt op de doelgroepen binnen jeugd en veiligheid.

Burgemeester Van Bijsterveldt legde de commissie uit dat de lokale wensen van de partijen een plek kunnen krijgen in het lokale veiligheidsplan dat de raad aan het eind van dit jaar behandelt. Het regionale plan is nodig om vast te stellen wat de politie nodig heeft om haar taken lokaal uit te voeren. Maar wat die lokale taken moeten zijn, daar kan de raad zich nog over uitspreken. Die uitleg stemde de commissie tevreden. Het voorstel is als hamerstuk toegevoegd aan de raadsvergadering op donderdag 18 oktober.

Veiligheidsregio

Ook bij de bespreking van het voorstel Reactie op Regionaal Risicoprofiel en Regionaal Beleidsplan Veiligheidsregio Haaglanden draaide het om de vraag of de fracties zich konden vinden in de conceptreactie van het college op het risicoprofiel en het beleidsplan. De veiligheidsregio voorziet de komende vier jaar vijf risico’s die aandacht verdienen. Dit zijn: bedreiging volksgezondheid, terrorisme, verstoring van de energievoorziening, verstoring openbare orde en gevolgen van extreem weer.

Het college zegt zich in die onderwerpkeuze te kunnen vinden. Daarnaast schrijft het college in de conceptreactie dat de veiligheidsregio moet kijken naar bezuinigingsmogelijkheden en mogelijkheden om binnen de benoemde prioriteiten kostenbesparend te werken. Die opmerkingen zouden volgens Volt weleens gelezen kunnen worden als opgelegde bezuinigingsmaatregelen op de veiligheid. Burgemeester Van Bijsterveldt zei het met Volt eens te zijn dat dat niet de bedoeling was. Volgens haar worden alle verbonden partijen door het college gewezen op verstandig omgaan met geld en is de opmerking vooral bedoeld als aansporing voor meer efficiency. De burgemeester zegde toe dat dat in de zienswijze duidelijker wordt opgeschreven.

De PvdA drong er bij de portefeuillehouder op aan om de meerlaagse waterveiligheid als prioriteit op te laten nemen in het risicoprofiel. Meerlaagse waterveiligheid staat voor maatregelen die overstromingsschade moeten voorkomen. De PvdA las daarover niks terug in het plan terwijl Delft volgens die fractie een serieus probleem heeft als het misgaat met de beschermende dijkring in dit deel van Zuid-Holland. De partij liet weten dit voorstel mee terug te nemen naar de fractie om te kijken hoe dit aandachtspunt een plek kan krijgen in de zienswijze.

Commissievergadering en wandelen in Voorhof

24 september 2022 – In de oordeelsvormende vergadering van de commissie Economie, Financiën en Bestuur staat op donderdag 29 september opnieuw het rekenkameronderzoek naar de samenwerking met de TU Delft op de agenda. Dit onderwerp werd vorige maand al in de commissie besproken, maar omdat de portefeuillehouder afwezig was, is het rapport met het bijbehorende raadsvoorstel opnieuw op de agenda gezet. De commissievergadering begint om 20.00 uur.

De commissie bespreekt in deze vergadering ook het voorstel Zienswijze concept regionaal beleidsplan Coalitie voor de Veiligheid 2023-2026. In dit regionale veiligheidsplan staan onder meer de zaken benoemd die de komende jaren hoog op de takenlijst van de politie staan.

Op de agenda staat verder het voorstel Reactie op Regionaal Risicoprofiel en Regionaal Beleidsplan Veiligheidsregio Haaglanden. In de veiligheidsregio werken de brandweer, gezondheidsdiensten en de politie-eenheid Den Haag samen. Om de vier jaar stellen ze een risicoprofiel op dat de basis vormt voor het regionale beleidsplan. Volgend jaar moeten die vernieuwd zijn.

Wanneer u tijdens het overlegdeel van de vergadering wilt inspreken op een van de agendapunten kunt u zich tot op de dag van de vergadering tot 12.00 uur aanmelden bij de griffie. Belangstellenden kunnen de vergadering bijwonen in de raadszaal of thuis bekijken via de uitzending op de website van de gemeenteraad.

Wijkschouw Voorhof

Eerder die dag houdt de gemeenteraad een wijkschouw in Voorhof. Raadsleden beginnen hun wijkbezoek om 15.30 uur bij de Praktijkschool PrO Grotius aan de Vulcanusweg. Van daaruit starten drie wandelroutes en een fietsroute door Voorhof. Onderweg kunnen bewoners in gesprek met de raadsleden over hun wijk. Rond 18.30 uur komt iedereen terug in de praktijkschool en kan worden nagepraat. Bewoners die hun wensen en ideeën willen delen met de raadsleden kunnen zich tot uiterlijk maandag 26 september aanmelden via griffie@delft.nl.

Onderzoek Joods Vastgoed op de agenda

13 september 2022 – Tijdens een beeldvormende bijeenkomst op donderdag 8 september 2022 kregen raads- en commissieleden een presentatie over een onderzoek naar Joods Vastgoed uit de Tweede Wereldoorlog.

De behoefte aan het onderzoek kwam op in 2020. Kort daarvoor waren de zogenoemde Verkaufsbücher gedigitaliseerd, de administratie die de Duitse bezetter tijdens de oorlog bijhield van geroofd Joods vastgoed. Het tv programma Pointer besteedde aandacht aan de vraag of het Joods vastgoed na de oorlog wel weer bij de rechtmatige eigenaren terecht is gekomen.

Ook in Delft kwam deze vraag op. Raadsleden vroegen zich af hoe de gemeente Delft tijdens en na de Tweede Wereldoorlog is omgegaan met het Joods vastgoed. Het college heeft daarop het Stadsarchief de opdracht gegeven voor een indicatief onderzoek. Dat is uitgevoerd door de historici Ingrid van der Vlis en Kees van der Wiel. Zij voerden een onderzoek uit naar de manier waarop Delft is omgegaan met bezittingen van Joodse Delftenaren. In totaal hebben zij 7 cases kunnen uitdiepen, zoals die van het echtpaar Erschler-Spits uit de Fransen van de Puttestraat 51-53.

W.F. van Oosten maakt omstreeks 1942 deze foto van het Joodse echtpaar Erschler-Spits in Delft. Zij worden kort hierna afgevoerd en vermoord. Wat gebeurt er met hun woning na 1945? (Bron: Stadsarchief Delft 77937).

Het hele onderzoeksrapport is openbaar te raadplegen via het Stadsarchief. Hieronder een korte samenvatting van de uitkomsten (bron: Stadsarchief)

Joods eigendom onteigend

Tijdens de Duitse bezetting in de Tweede Wereldoorlog verloren 300 Joodse inwoners hun rechten. Met een reeks maatregelen werd Joden alles afgepakt wat zij bezaten voordat zij werden afgevoerd naar vernietigingskampen. Beheerders verhuurden of verkochten het onroerend goed, vaak aan NSB-sympathisanten.

Uit dit nieuwe onderzoek blijkt dat er in totaal 32 verschillende Joodse eigenaren waren, die samen 73 kadastrale panden en 16 percelen grond in Delft bezaten. De helft van deze eigenaren heeft de oorlog overleefd, de andere helft is vermoord. De gemeente Delft heeft tijdens de oorlog geen onteigende Joodse woningen gekocht, wel vijf percelen land van twee Joodse eigenaren die door de Duitse bezetter gedwongen waren hun bezit te verkopen. Over deze percelen vond in 1948 met een schikking rechtsherstel plaats. De gemeente deed dat met enige tegenzin.

Delft volgde landelijke regels

De belangrijkste conclusie is dat de gemeente Delft na de Tweede Wereldoorlog niet klaarstond voor de Joodse overlevenden en hun nabestaanden. Formeel handelde de gemeente volgens de geldende landelijke regels, maar tegelijkertijd was er geen sprake van het toepassen van een menselijke maat en mededogen. De gemeentelijke instanties deden zo te zien wat tot hun takenpakket hoorde, maar ook niet meer dan dat.

Rechtsherstel

Na de oorlog maakte de Nederlandse regering de onteigeningen ongedaan. De rechtmatige eigenaar kreeg het onroerend goed met terugwerkende kracht weer in bezit. De eigenaar had recht op alle huur- en pachtinkomsten vanaf het moment van onteigening, maar was ook verantwoordelijk voor de gemaakte kosten aan afgeloste hypotheken, onderhoud en gemeentelijke belastingen. De regeling was gericht op herstel, niet op compensatie. Wanneer een rechtsherstelprocedure was afgerond, betrof dat een administratieve correctie: administratief rechtsherstel, niet automatisch moreel rechtsherstel.

Het rechtsherstel volgde daarmee de landelijke regels. Het duurde vaak jaren – soms tot tien jaar toe – voordat rechtsherstel was verleend. De inning van lokale belastingen ging al die tijd gewoon door. Het lijkt erop dat net als in andere steden ook hier de gemeentelijke (belasting)portefeuille leidend was. Zover nu bekend voelde de gemeente geen enkele noodzaak om eventueel ontstane belastingschulden kwijt te schelden en voerde zij dus een strikt juridische redenatie. Dit in tegenstelling tot het Rijk, dat in bepaalde gevallen wel de onroerendgoedbelasting kwijtschold.

Onderzoek op de agenda

Het rapport geeft een feitelijk beeld van de situatie na de oorlog en een pijnlijke inkijk in hoe het strikt toepassen van de regels leidde tot schrijnende situaties.

De aanwezige raadsleden waren onder de indruk van de indrukwekkende en beeldende presentatie, vooral vanwege de persoonlijke situaties. Zij willen graag het onderzoek een keer breed in de raad bespreken. Tijdens de procedurevergadering van de commissie EFB van 29 september zal hiervoor een datum worden gepland.

De collegebrief en samenvatting van het onderzoek zijn terug te vinden via deze link.

Raad in gesprek over Retailonderzoek

Maandag 5 september – Op donderdag 1 september 2022 kregen 10 raadsleden van in totaal 9 fracties en 6 ondernemers uit Delft een presentatie van bureau BRO over het uitgevoerde Retailonderzoek. Onder retail wordt in dit onderzoek detailhandel en horeca verstaan. Daarbij is eveneens gekeken naar andere economische en publieksgerichte functies zoals diensten, cultuur en ambachten.

Het Retailonderzoek vormt een belangrijke basis voor onder andere het Stedelijk Programmeren en de nog op te stellen nota Retailbeleid. Het huidige beleid van de gemeente, de nota Detailhandel Delft, liep tot 2020 en past daarom minder goed bij de huidige en komende opgaven voor Delft.

Tijdens de presentatie kregen de aanwezigen informatie over de hoofdwinkelstructuur, namelijk de binnenstad, In de Hoven en Leeuw&Stein. Belangrijk onderwerpen waren de functiemix in winkelgebieden en de versnippering van bepaalde functies in deze gebieden.

Het Retailonderzoek wordt gebruikt voor de nog op te stellen Retailvisie. Deze wordt naar verwachting eind 2022 naar de raad gestuurd. Het Retailonderzoek en de presentatie zijn voor raadsleden te vinden na inloggen in Notubiz via de uitgebreide raadskalender.

Commissie verwacht meer van samenwerking met TU Delft

26 augustus 2022 – De gemeente Delft werkt op een passende manier samen met de TU Delft. Niet alle ambities kunnen door personeelsgebrek gerealiseerd worden en de resultaten zijn niet altijd even zichtbaar in de stad, maar de resultaten zijn er. De gemeenteraad zou wel beter geïnformeerd kunnen worden door het college. Die conclusies staan in het rapport Samenwerking gemeente en TU Delft van de Delftse Rekenkamer. De commissie Economie, Financiën en Bestuur besprak het rapport in de oordeelsvormende vergadering op donderdag 25 augustus.

In een bestuurlijke reactie op het rapport liet het college weten de aanbevelingen over te nemen. Dat betekent dat het college de raad periodiek over de samenwerking met de universiteit gaat informeren. De ambities die zijn opgenomen in het convenant met de TU worden geactualiseerd en aan de inwoners wordt meer zichtbaar gemaakt wat de samenwerking oplevert.

In de commissie klonk veel steun voor de aanbeveling van de Delftse Rekenkamer aan de raad om aan te geven waar de samenwerking tussen de gemeente en de TU over moet gaan. De meeste fracties hadden daar wel duidelijke ideeën over en het liefst zouden ze die formeel vastgelegd zien in een nieuwe versie van het convenant. Die samenwerkingsovereenkomst bestaat al sinds 2016 en is ook volgens het rekenkamerrapport aan vernieuwing toe.

Als het aan STIP ligt, krijgt ‘verbinding’ daar een prominente plek in. Verbinding tussen de stad en de universiteit, tussen studenten en niet-studenten, maar ook verbinding met het mbo- en hbo-onderwijs.  Die verbreding met de mbo- en hbo-scholen werd ook genoemd door de fracties van Volt, Hart voor Delft, CDA en GroenLinks. Wat het CDA betreft zou het mbo ook moeten kunnen deelnemen aan de OWee.

GroenLinks noemde ook de verbinding met het bedrijfsleven en wees op startende kennisbedrijven in Delft die ruimte nodig hebben om door te groeien. De gemeente kan daar volgens die fractie samen met de TU een rol in spelen.

Niet alleen STIP, maar ook Volt, VVD, Hart voor Delft, D66 en PvdA drongen er bij het college op aan om ook afspraken in het convenant op te nemen over studentenhuisvesting. De ruimte op de campus kan beter worden benut voor wonen en voorzieningen. D66 en Hart voor Delft zien graag dat de TU en de gemeente nog meer aandacht geven aan het aanpakken van de studentenoverlast. Dat punt maakte ook de PvdA. Die fractie had het over sociale inbedding van de TU in de stad.

De TU Delft zou volgens de PvdA ook meer uitgedaagd moeten worden om de groei van het aantal studenten te beheersen. De SP liet weten voorstander te zijn van een beperking van de toestroom van buitenlandse studenten naar Delft. De ChristenUnie stelde dat de noodopvang voor asielzoekers op de campus het belang van de TU voor Delft aantoont.

Vanwege afwezigheid van de burgemeester wordt het debat in de raadsvergadering van donderdag 22 september voortgezet.

Subsidieverordening

Bij de bespreking van het voorstel Vaststellen Algemene Subsidieverordening gemeente Delft gebruikten verschillende fracties hun spreektijd om hun eigen accenten te zetten op het subsidiebeleid van de gemeente Delft. Over het voorstel zelf werden weinig opmerkingen gemaakt. De verordening wordt om de vier jaar geëvalueerd. Sinds 2018 werden kleine wijzigingen doorgevoerd. Nu gaat het om grotere technische aanpassingen en stelt het college voor om de oude verordening in te trekken en een nieuwe subsidieverordening vast te stellen. De meerderheid van de commissie kon zich daarin vinden.

Wethouder Joëlle Gooijer kreeg van de commissie vooral suggesties over de uitvoering van de nog uit te werken subsidieregeling mee. Zo stelde de VVD voor om subsidies altijd tijdelijk te laten zijn. De VVD pleitte er ook voor dat het college bij het verstrekken van subsidies nog scherper toetst op doelmatigheid en beleidsdoelstellingen.

Vlak voor het zomerreces stemde de raad in met het voorstel dat het college subsidieplafonds kan vaststellen. De PvdA wilde weten welke criteria het college daarbij gebruikt en hoe het college gaat voorkomen dat subsidieaanvragers bij het achteraf toekennen van subsidies achter het net vissen. Wethouder Joëlle Gooijer gaf aan dat dat lastig is maar hier wel naar te willen kijken. De ChristenUnie en STIP wezen op het belang van vertrouwen bij het uitkeren van subsidies. Volgens de ChristenUnie moeten instellingen die afhankelijk zijn van gemeentelijke steun ervan op aankunnen dat hun continuïteit niet in gevaar komt. Hart voor Delft zei meer inzicht te willen in de bevoegdheden van het college bij de subsidieverstrekking.

De CDA-fractie kondigde aan in de raadsvergadering van donderdag 22 september met een motie te willen komen. Die fractie drong er bij de wethouder op aan om duurzaamheidssubsidies alleen te verstrekken aan mensen die het echt nodig hebben. Volgens het CDA gebeurt het nu te vaak dat die subsidies worden verstrekt aan mensen die duurzaamheidsmaatregelen zoals zonnepanelen of elektrisch rijden zelf makkelijk kunnen betalen.

Delfts blauw

De commissie sprak in deze vergadering ook over de vragen die D66 eerder dit jaar stelde aan het college over de Europese erkenning van Delfts blauw. De Europese commissie wil industriële producten een beschermde status geven. Het Europese systeem voor geografische aanduidingen beschermt de namen van producten die uit bepaalde regio’s komen. Voor landbouwproducten en levensmiddelen die in een bepaald gebied worden gemaakt, bestaat die beschermde status al.

Parlementsleden willen deze bescherming nu uitbreiden naar niet-agrarische producten om bescherming van authenticiteit en speciale knowhow mogelijk te maken. In een eerdere studie werden Delfts blauw en Makkumer aardewerk aangemerkt als producten uit Nederland die hiervoor in aanmerking komen. D66 vroeg het college werk te maken van deze erkenning, maar in de beantwoording van de vragen wees het college op de beperkte ondersteunende rol die de gemeente hierbij kan spelen.

Wethouder Maaike Zwart herhaalde in de commissievergadering wat het college eerder had laten weten. De drie bestaande producenten van Delfts blauw moeten zelf het initiatief nemen om die erkenning aan te vragen via het ministerie van Economische Zaken. Als ze dat doen, stuurt het ministerie de aanvraag door naar de Europese commissie. De wethouder zei bereid te zijn om zo’n aanvraag te ondersteunen. De fracties van CDA, SP, GroenLinks en PvdA konden zich vinden in dat antwoord. Volt en Hart voor Delft lieten weten dat het college wel iets meer zou kunnen doen dat leidt tot Europese erkenning van Delfts blauw.

Wethouder Zwart acht die kans op dit moment klein. De producenten voeren komende week een eerste gesprek. Ze moeten nog op één lijn komen. De vraag is volgens de wethouder ook wat de meerwaarde is van Europese erkenning van een product dat al wereldberoemd is. Daarnaast zou het volgens haar ook denkbaar kunnen zijn dat niet het product, maar het ambacht erkend wordt. Daarover moeten de makers van de Delfts blauw het eerst eens worden, voordat het volgens de wethouder tijd is dat de gemeente er íets mee doet. Zwart noemde het nog te vroeg om als gemeente een voortrekkende rol te nemen maar als het zo ver is, is zij bereid om de ondernemers hierbij te ondersteunen D66 zei blij te zijn met de steun die de wethouder uitsprak.