Commissie deelt zorgen over huisvesting statushouders

Commissie deelt zorgen over huisvesting statushouders

13 oktober 2023 – De gemeente Delft moet voor het eind van dit jaar voor nog 111 statushouders een woning vinden. Als dat niet lukt, voldoet Delft niet aan de wettelijke verplichting om in deze tweede helft van het jaar 168 statushouders te huisvesten. In de oordeelsvormende vergadering van de commissie Sociaal Domein bespraken de fracties op donderdag 12 oktober de stand van zaken rond het stroeve verloop van de opvang van statushouders.

Het college informeerde de raad recent over dit onderwerp. Het is voor het eerst dat Delft naar alle waarschijnlijkheid niet kan voldoen aan de wettelijke taakstelling. Statushouders zijn vluchtelingen met een verblijfsvergunning. De gemeenten zijn verplicht om hen te huisvesten. Het aantal dat jaarlijks wordt vastgesteld is afhankelijk van het aantal inwoners van een gemeente. Vorig jaar moest Delft 157 vergunninghouders huisvesten. Dit jaar gaat het in totaal om 288 mensen.

In de brief schetst het college een aantal mogelijke oplossingen en wordt de rol van de provincie toegelicht. Die mogelijke oplossingen zijn: hogere instroom in vrijkomende sociale huurwoningen, verdeling van de flexwoningen, nieuwe locaties voor flexwoningen, inzetten van particuliere middeldure huurwoningen, behouden of aankopen van gezinswoningen en woningdelen voor alleenstaande statushouders.

Overleg

In de commissievergadering werd door de fracties vooral meegedacht over de oplossingen en wilde onder meer Volt weten wat er gebeurt als Delft niet aan zijn verplichting kan voldoen. Wethouder Karin Schrederhof legde uit dat de provincie als toezichthouder daarom nu al is ingelicht. Niet alleen met de provincie wordt overleg gevoerd. De wethouder zei dat ook met de 40 grootste gemeenten, de gemeentekoepel VNG en het Rijk over deze problematiek wordt gesproken, want in heel het land kost het gemeenten moeite om statushouders te huisvesten.

De CDA-fractie constateerde positief dat de provincie wil meedenken met Delft. Volgens die fractie kan de gemeente weinig meer doen, omdat er onvoldoende woningen zijn en de ruimte schaars is. STIP sprak over een lastige opgave en zei bezorgd te zijn voor volgend jaar als Delft nog meer statushouders onderdak moet bieden. GroenLinks vindt het jammer dat Delft de taakstelling niet haalt. Volgens GroenLinks ontslaat dat de gemeente niet van de plicht om een bijdrage te leveren aan de opvang van statushouders.

Signaal

Als het aan Hart voor Delft ligt, wordt het tijd dat Delft een signaal geeft aan het Rijk. Wat er niet is, is er niet, volgens Hart voor Delft daarmee doelend op de woningnood in de stad. Delft verdient volgens die fractie een uitzonderingspositie, omdat de stad ook meer dan 20.000 studenten moet huisvesten. Als er niet meer geld komt van het Rijk biedt de gemeente, wat Hart voor Delft betreft, geen woningen voor statushouders meer aan.

D66 steunde de oproep van Hart voor Delft, maar aan het eind van het debat bleek geen van de fracties behoefte te hebben aan een motie of verdere bespreking in de komende raadsvergadering. Ook de VVD niet. Die fractie is tegen het idee van het college om te sleutelen aan de 70-30% woningverdeling in de sociale huursector. De wethouder legde uit dat een derde van de woningen in die sector niet alleen is bedoeld voor statushouders, maar ook voor mensen met een urgentie en andere doelgroepen die met spoed betaalbaar onderdak nodig hebben. Volgens wethouder Schrederhof zou gekeken kunnen worden om die 30% tijdelijk te verhogen naar 35 of 40%, zodat meer statushouders in aanmerking komen voor een huurwoningen.

Tweedeling

Ook Onafhankelijk Delft wees die suggestie resoluut van de hand. Die fractie zei verhalen te horen uit de stad van woningzoekers die intrekken bij opa’s en oma’s met alle gevolgen van dien. Wat kan dat kan en wat niet kan, kan niet, stelde Onafhankelijk Delft, erop wijzend dat het Rijk met een oplossing moet komen en dat er een tweedeling in de maatschappij ontstaat. De fracties van PvdA en GroenLinks lieten weten de oplossingsrichtingen van de wethouder te steunen en wat STIP betreft moet Delft alles doen wat Delft kan doen. Wethouder Schrederhof beloofde de commissie de raad te blijven informeren over deze problematiek. Dit onderwerp komt niet aan bod in de raadsvergadering op donderdag 2 november.

Starterslening

Niet alleen statushouders komen moeilijk aan een woning. Ook jongeren en starters vinden niet zo eenvoudig een woning. Voor hen is er de starterslening. Die geeft starters een steuntje in de rug bij het kopen van het eerste huis. In de Verordening Starterslening gemeente Delft is een en ander geregeld.

In de commissie werd het voorstel Wijziging Starterslening besproken. Delft heeft in 2001 een bedrag van 6,4 miljoen gestort in het landelijke Stimuleringsfonds Volkshuisvesting. Uit een gedeelte van dat inmiddels tot 10 miljoen euro gegroeide fonds worden de Delftse startersleningen betaald. In de verordening staat dat de gemeente het subsidieplafond van dat deelbudget bepaalt.

Een verschrijving, volgens het voorstel, maar volgens de CDA-fractie een wonderlijke omissie omdat de gemeente geen bestuursorgaan is. In het voorstel is opgenomen dat het college van B en W daartoe bevoegd is. Die bevoegdheid zou volgens het CDA de gemeenteraad moet hebben en ook de VVD en Onafhankelijk Delft deelden dat standpunt. Bovendien adviseerden CDA en Onafhankelijk Delft wethouder Schrederhof eens te kijken naar de leesbaarheid en kwaliteit van het voorstel. De wethouder zei dat advies ter harte te nemen.

Omdat het voorstel ook bij andere fracties nogal wat vragen opriep, beloofde de wethouder het voorstel te gaan voorzien van een heldere juridische uitleg. VVD liet weten die toelichting te willen afwachten. Ook de CDA-fractie wil haar intern beraad gebruiken om in de komende raadsvergadering op donderdag 2 november wellicht een amendement of motie in te dienen. 

Rondvraag

Zo’n nieuwsbericht wil je niet lezen, antwoordde wethouder Joëlle Gooijer op de rondvraag van de VVD. Die fractie stelde vragen naar aanleiding van het krantenbericht over de autistische kleuter uit Delft die door het taxibedrijf dat in de regio het leerlingenvervoer verzorgd voor de tweede keer op het verkeerde adres werd afgezet. De wethouder lichtte toe dat er in heel Nederland met het leerlingenvervoer wel wat aan de hand is. Ze liet weten samen met de andere regiogemeenten in gesprek te zijn met de leerlingenvervoerder over mogelijke oplossingen. Ook de ouders zijn daarbij betrokken en de gemeenteraden worden volgens de wethouder tijdig geïnformeerd.

Kijk de vergadering terug