Snelfietsroute over de ‘Sloot’ ligt nog lang niet niet vast

Snelfietsroute over de ‘Sloot’ ligt nog lang niet niet vast

5 december 2025 – In de oordeelsvormende vergadering van de commissie Ruimte en Verkeer zorgde de mogelijke aanleg van de Metropolitane Fietsroute Delft-Naaldwijk op donderdag 4 december tot een uitgebreid debat, maar niet tot uitsluitsel of die route er nu wel of niet komt via de Buitenwatersloot. De bewoners van de ‘Sloot’ zien dat in elk geval niet zitten en ook in de commissie waren er veel zorgen en vragen over de veiligheid, historische inpassing, leefbaarheid en participatie.

De 21 gemeenten, waaronder Delft, willen in de Metropoolregio Rotterdam Den Haag de komende jaren 100 kilometer aan verbeterde, vernieuwde hoogwaardige fietsroutes aanleggen. Het doel is het verbinden van woongebieden met plekken in de regio waar veel mensen werken en bedrijven gevestigd zijn.

Eerder leidde de voorgenomen aanleg van de snelfietsroute tussen Delft en Rotterdam Alexander tot veel discussie over de betrokkenheid, of beter gezegd het gebrek daaraan, van omwonenden. Donderdagavond zat de publieke tribune in de raadszaal vol met bewoners van de Buitenwatersloot. Zij voelen zich ingehaald door de regiobestuurders, omdat de keuze voor de route via de Buitenwatersloot al vast zou staan, de Hugo de Grootstraat als veiligere alternatieve route zou zijn afgevallen en de fietsroute over de smalle Buitenwatersloot niet voldoet aan de normen en eisen die de Metropoolregio zelf stelt aan de doorfietsroutes.  

Insprekers

De Belangenvereniging Olofsbuurt-Westerkwartier sprak namens bewoners die vinden dat de Buitenwatersloot ongeschikt is voor zo’n doorfietsroute. De vereniging benadrukte dat de term snelfietsroute misleidend zou zijn; het gaat niet om snelheid, maar om vlot en veilig doorfietsen. Toch vrezen bewoners dat de inrichting ongewild hogere snelheden zal uitlokken, zeker met elektrische fietsen en bezorgscooters. De huidige mix van verkeer — fietsers, voetgangers, ouders met kinderwagens, ouderen en gebruikers van hulpmiddelen — leidt nu al tot drukte en onoverzichtelijke situaties. De vereniging wees ook op ruimtegebrek: een Metropolitane Fietsroute (MFR) vraagt een breedte van 5,1 meter, maar de Buitenwatersloot komt niet verder dan vier meter. Daarmee zouden stoepen, parkeerruimte of andere functies onder druk komen te staan.

Ook de Commissie Behoud Stadsschoon van Delfia Batavorum liet van zich horen. De route vormt al eeuwen de entree naar Delft en maakt deel uit van het beschermde stadsgezicht. Volgens de commissie ontbreekt een ruimtelijke en cultuurhistorische effectanalyse. Ook miste zij een advies van de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Asfalt in de Buitenwatersloot zou volgens hen een substantiële aantasting zijn van het historische landschap.

Een inspreker namens de bewoners wees op bestaande knelpunten: hoge fietssnelheden, drukte bij bruggen en oversteekpunten, en ongelukken die al hebben plaatsgevonden. Het verwijderen van drempels of het aanleggen van asfalt zou extra risico’s creëren. Zij verwees naar het advies van Arcadis, waarin de Hugo de Grootstraat als verkeerskundig veiliger optie naar voren komt. Namens de bewoners wees de inspreker ook op het gebrek aan participatie en hebben zij niet kunnen meepraten over de route die afgelopen zomer tijdens een bijeenkomst in Midden-Delfland aan hen als een voldongen feit werd gepresenteerd.

Draagvlak

De CDA-fractie liet weten de aanleg van doorfietsroutes in de regio te begrijpen, maar de Buitenwatersloot is door het smalle profiel, de historische waarde en gemengd verkeer daar wat het CDA betreft niet voor geschikt. Het CDA wilde van wethouder Martina Huijsmans weten waarom alternatieven zoals een breder vrijliggend tweerichtingenfietspad in de Hugo de Grootstraat niet zijn meegenomen. De fractie stelde dat draagvlak cruciaal is en vroeg de wethouder of zij — achteraf gezien — de communicatie sneller en anders had ingericht om wantrouwen te voorkomen.

Onafhankelijk Delft liet weten de bewoners van de Buitenwatersloot in hun bezwaren te steunen. Volgens de fractie was er geen sprake van participatie en moet de Buitenwatersloot ongemoeid blijven. Als het aan Onafhankelijk Delft ligt, blijven de verkeersdrempels op de Buitenwatersloot liggen en wordt een alternatieve route via de Hugo de Grootstraat opnieuw onderzocht. Die opdracht wil Onafhankelijk Delft via een motie aan het college meegeven.

Initiatiefase

STIP benadrukte dat de route nog in de initiatiefase zit. Volgens STIP is er nog geen besliste inrichting en worden bewoners in latere fases betrokken, zoals bij andere grote mobiliteitsprojecten. De fractie wees op het belang van een sterke fietsverbinding tussen Delft en het Westland, aansluitend op het bestaande fietsnetwerk. De Buitenwatersloot én de Hugo de Grootstraat zijn volgens STIP nu al intensief gebruikte fietsstraten. STIP onderschreef dat de tekeningen die bewoners zagen geen definitieve ontwerpen zijn en vroeg om rust in het proces.

D66 riep wethouder Huijsmans op vooral in te zetten op een goed participatietraject. Dat moet volgens D66 de kans krijgen en daarbij moet een aantal varianten denkbaar zijn. Volgens D66 zou een tweewegvariant een oplossing kunnen bieden, maar dan moeten ook de bewoners van de Hugo de Grootstraat daarbij worden betrokken.

Prestigeproject

Hart voor Delft stelde zich principieel kritisch op. De MFR (Metropolitane Fietsroute) is volgens de fractie een prestigeproject van regionale bestuurders, waarbij lokale belangen onder druk komen te staan. Hart voor Delft noemde als drie kernpunten in haar betoog: de Hugo de Grootstraat als veiligste en meest logische route, de metropoolnorm van 5,1 meter breedte die op de Buitenwatersloot nergens wordt gehaald en het gebrek aan participatie. Als de MFR er toch komt, dan moet die route volgens Hart voor Delft eindigen bij de kruising Buitenwatersloot-Krakeelpolderweg, zodat het historische deel van de straat wordt ontzien.

De VVD vroeg waarom het college een route kiest die niet voldoet aan de eigen normen van de MRDH. Verder wees de fractie op de onrust en het wantrouwen onder bewoners. De VVD vroeg nadrukkelijk om een routekeuze die past bij veiligheid, leefbaarheid en historische waarden. De ChristenUnie zag zowel voor- als nadelen van beide tracés en vroeg naar praktische aspecten van de inrichting. Hoe zou bijvoorbeeld de kruising Buitenwatersloot–Krakeelpolderweg eruitzien als daar fietsers voorrang krijgen? De fractie vroeg verder of het college heeft overwogen om de MFR te laten eindigen op deze kruising, als het oostelijke deel van de sloot te veel beperkingen kent. Ook wilde de ChristenUnie weten welke punten van de insprekers de wethouder expliciet meeneemt in de vervolgfase.

Overwegingen

GroenLinks zei voor de aanleg van veilige routes voor fietsers en voetgangers te zijn en wilde van de wethouder weten welke overwegingen het zwaarst wegen bij het bepalen van een veilige fietsroute. De Hugo de Grootstraat kwam ook terug in het betoog van de SP. De Buitenwatersloot is geen optie volgens de SP, terwijl de Hugo de Grootstraat al op de lijst staat om fietsstraat te worden. Die straat is wat de SP betreft breed genoeg om alle weggebruikers voldoende ruimte te geven.

De VVD vroeg zich hardop af waarom het college de voorkeur lijkt te hebben voor de smalle route die niet voldoet aan de normen van de metropoolregio. Verder wees de fractie op de onrust en het wantrouwen onder bewoners.  De ChristenUnie zag zowel voor- als nadelen van beide tracés en vroeg naar praktische aspecten van de inrichting. Hoe zou bijvoorbeeld de kruising Buitenwatersloot–Krakeelpolderweg eruitzien als daar fietsers voorrang krijgen?

Verkeerscirculatieplan

De PvdA riep wethouder Huijsmans vooral ook te kijken naar het grotere fietsnetwerk in Delft. Delft moet volgens die fractie een vertakkend netwerk ontwikkelen met alternatieve aantrekkelijke fietsroutes, zodat niet alle fietsers dezelfde lijn volgen. Als het aan de PvdA ligt, worden toekomstige verkeersontwikkelingen meegenomen in het verkeerscirculatieplan en zou het college een update van dat plan moeten overwegen. De PvdA wil daarvoor een motie voorbereiden. Volt zei vooral veel vragen over het proces te hebben. De fractie wees er net als eerder bij soortgelijke projecten dat er geen sprake was van participatie met bewoners en dat het nu weer fout gaat, omdat de gemeente niet duidelijk is over het proces.

In haar reactie op het debat in de commissie benadrukte wethouder Huijsmans dat het project nog in de beginfase zit. Er zijn nog geen ontwerpen vastgesteld en er is nog geen samenwerkingsovereenkomst over de aanleg van de fietsroute. De Buitenwatersloot is door de Metropoolregio als voorkeursroute opgenomen, maar Delft moet nog beoordelen hoe dat in de praktijk gaat passen. De breedtenorm wordt op de Sloot niet gehaald. Daarom moet Delft met de Metropoolregio volgens de wethouder bespreken welke uitzonderingen mogelijk zijn, zolang de veiligheid gewaarborgd kan worden.

Wethouder Huijsmans liet open of het tracé eventueel kan eindigen bij de Krakeelpolderweg of dat andere varianten onderzocht worden. Wel benadrukte ze dat alternatieven zoals de Hugo de Grootstraat ook beperkingen kennen. De wethouder erkende dat de communicatie onhandig was gestart en ze zegde toe dat het college beter zicht gaat bieden op de fasering, processtappen en participatiemomenten.

Voor de bewoners blijft het voorlopig onduidelijk of en hoe hun straat onderdeel wordt van de Metropolitane Fietsroute Delft-Naaldwijk. De commissie concludeerde dat veel aspecten nader onderzoek vragen. Meerdere fracties overwegen een motie. Dit onderwerp keert daarom terug als bespreekpunt in de raadsvergadering van donderdag 18 december.

Initiatiefvoorstel

Onafhankelijk Delft en D66 willen met hun initiatiefvoorstel Tweede wijziging Parkeerverordening Delft 2020 een bezoekersvergunning voor wijk- en buurtcentra invoeren, zodat mensen die slecht ter been zijn daar gratis kunnen parkeren. Beide fracties schrijven in het voorstel: Wie afhankelijk is van de auto om een buurtactiviteit, inloop, taalles of ontmoetingsmoment te bezoeken, mag niet door parkeerkosten worden tegengehouden.

Onafhankelijk Delft lichtte toe: één vergunning per buurt- of wijkcentrum, maximaal 1500 uur per jaar, dus geen open eind, aan- en afmelden van de kentekens, gericht gebruik, geen misbruik, alleen in het eigen parkeergebied, de kosten 163,20 euro per jaar. De financiële impact is minimaal, de sociale impact is enorm.

In de commissie werd wisselend gereageerd op het voorstel. De ChristenUnie zou graag zien dat de regeling niet alleen voor de wijkcentra en jongerencentrum The Border gaat gelden, maar ook voor jongerencentrum The Mall en wellicht ook voor kerken, gebedshuizen en andere maatschappelijke organisaties. De VVD vroeg om een uitbreiding naar bredere sociale ontmoetingen in de stad.

GroenLinks en STIP lieten zich uit over de extra administratielast voor de beheerders die bezoekers moeten aan- en afmelden. Wat STIP betreft is een extra bezoekersvergunning niet nodig, omdat de regiotaxi al een goedkoop alternatief is voor kwetsbare ouderen. De SP riep op tot een bredere armoedeanalyse. Het CDA wil richting de raadsvergadering het financieel effect van het voorstel op de parkeerexploitatie nader wegen. Volt liet weten het voorstel te steunen en zei het positief te vinden dat buurt- en wijkcentra zelf mogen bepalen hoe ze de beschikbare parkeeruren inzetten.

Wethouder Frank van Vliet lichtte toe dat de financiële impact van dit voorstel nagenoeg nihil is. Hij acht een uitbreiding van de regeling naar andere maatschappelijke organisaties niet nodig, omdat bestaande bezoekersregelingen daar al in voorzien. Hij zei ook geen reden te zien om de regeling uit te breiden voor jongerencentra, omdat ook daar de huidige bezoekersregeling volstaat. 

GroenLinks en ChristenUnie gaven aan het initiatiefvoorstel mee terug te nemen naar hun fractie. Dat betekent dat dit onderwerp terugkomt als bespreekpunt in de raadsvergadering op 18 december.

Klankbordgroep

Wethouder Huijsmans stelde de commissie gerust dat de zorgen van de klankbordgroep van bewoners in de Teding van Berkhoutlaan en de Meermanstraat zijn weggenomen. De fracties van CDA, Onafhankelijk Delft en Volt stelden er vragen over naar aanleiding van de brief, waarin de bewoners wezen op de gevolgen voor de buurt van de sloop en bouw van de twee flatgebouwen in de buurt.

De bewoners vreesden onder meer voor trillingen, schade aan hun woningen en extra verkeersdrukte door de afvoer van puin. Wethouder Huijsmans legde uit dat er inmiddels afspraken zijn gemaakt met de bouwer en de bewoners en dat er op gezette tijden gesprekken met de klankbordgroep worden gevoerd.

Vragenrondje

Aan het begin van de vergadering sprak een vertegenwoordiger van de bewonerscommissie van de Guido Gezellelaan in over de verkeerssituatie rond basisschool De Nieuwe Maan. Bewoners ervaren al langere tijd overlast en onveilige situaties tijdens breng- en haalmomenten. De inspreker vertelde dat de eerste weken na de zomervakantie dramatisch waren, met foutgeparkeerde auto’s, slecht zicht op oversteekpunten en opstoppingen door busjes. Inmiddels is de situatie verbeterd, maar volgens bewoners veroorzaakt een kleine groep ouders nog steeds gevaarlijke momenten.

Een belangrijk deel van de zorgen gaat over communicatie. Volgens de bewonerscommissie communiceert de school weinig proactief en reageert de gemeente vooral wanneer bewoners zelf aan de bel trekken.

Dit onderwerp kwam niet terug in het overlegdeel van de vergadering maar wel in het Delfts vragenrondje. Daarin reageerde wethouder Huijsmans op vragen van ChristenUnie, Onafhankelijk Delft, Hart voor Delft en SP. Volgens de wethouder moet de school samen met de ouders en omwonenden tot een oplossing komen en speelt de gemeente daarin een ondersteunende rol. Ze opperde dat de leerlingen vaker op de fiets naar school komen of dat ouders hun kinderen afzetten op een plek in de buurt en dat de leerlingen groepsgewijs onder begeleiding naar school wandelen.

Kijk de commissievergadering terug

Woonmonitor biedt fracties geen uitweg uit woningcrisis

17 september 2025 – Bouw meer en sneller woningen, bouw meer onzelfstandig voor studenten, bouw meer huizen voor gezinnen, bouw meer geschikte woningen voor ouderen en bouw meer betaalbare woningen. In het debat over de Woonmonitor 2025 was er op dinsdag 16 september tijdens de oordeelsvormende vergadering van de commissie Sociaal Domein en Wonen geen gebrek aan wensen en suggesties om uit de woningcrisis te komen.

De Woonmonitor 2025 biedt geen uitweg, maar het document laat wel zien wat de gemeente en woningcorporaties doen om de woningcrisis te komen. De vraag naar woningen blijft hoog en er zijn genoeg plannen voor nieuwe woningen. Tot 2040 wil de gemeente 17.400 woningen bouwen in Delft. Dat zijn voor een groot deel meergezinswoningen, zoals appartementen en beneden- en bovenwoningen. Ook komen er 4000 studentenwoningen bij. Tenminste dat is de bedoeling.

DUWO

Studentenhuisvester DUWO heeft er een hard hoofd in dat dat gaat lukken. De vertegenwoordiger van DUWO legde in zijn inspreekminuten uit dat de afspraak om in 2030 3500 nieuwe studentenwoningen in Delft gerealiseerd te hebben onhaalbaar is. Tot nu toe zijn er 136 nieuwe studentenkamers bijgebouwd. DUWO investeert een half miljard euro in het verduurzamen van de bestaande studentenwoningen. Daarnaast is er in Delft voor de nieuwbouw van studentenwoningen nog eens half miljard nodig. Geld is niet het probleem, volgens de inspreker, maar het ontbreekt in Delft aan snelheid om woningen te bouwen en aan plekken voor nieuwe studentenwoningen.

STIP liet weten bezorgd te zijn over de massale verkoop van panden in de particuliere huursector. STIP vroeg wethouder Karin Schrederhof die ontwikkeling mee te nemen in de volgende woonmonitor. De fractie riep de wethouder ook op om de bestaande woningvoorraad beter te benutten door het makkelijker te maken om woningen te delen of te splitsen. Daarnaast zou STIP graag zien dat de bestaande voorraad onzelfstandige studentenwoningen niet verder afneemt.

Deelder

Vrij naar Jules Deelder citeerde de SP dat in de beperkingen de mogelijkheden nog steeds onbeperkt zijn. Laat eerstejaars in tentjes langs de grachten slapen en bouw huizen in honingraten. De SP vindt dat de gemeente wat moet doen aan de dalende woontevredenheid en moet luisteren naar de ideeën van studenten en bouwkundige pensionado’s. De PvdA vroeg onder meer aandacht voor de reactie van het Delfts Overleg Bewonersbelangenverenigingen (DOBB) op de Woonmonitor 2025. In een brief aan het college spreekt het DOBB zijn zorgen uit over de dalende woontevredenheid in Delft West, sociale ongelijkheid, de betaalbaarheid van woningen en een mismatch in de bouwopgave.  Daarnaast sprak de PvdA haar zorgen uit over de huisvesting van vergunninghouders en de dalende voorraad van sociale woningbouw. De PvdA noemde het onacceptabel als het sociale-huuraanbod onder de 30% van de totale woningvoorraad valt. De fractie sprak de verwachting uit dat het college het beleid op dat punt bijstelt.

Hoge druk

Ook de VVD stelde vast dat de woningmarkt in Delft onder hoge druk staat. De fractie wees er onder meer op dat veel van de bestaande gezinswoningen niet door gezinnen worden bewoond. Voor starters zijn er in Delft onvoldoende betaalbare koopwoningen en zo stelde de VVD dat er voor ouderen meer geschikte woningen moeten komen om de doorstroming op de woningmarkt te bevorderen. GroenLinks liet weten tevreden te zijn dat het merendeel van de sociale huurwoningen wordt verhuurd aan de primaire doelgroep. Maar ook GroenLinks sprak de zorg uit dat aandeel van de sociale huur in het totale woningaanbod in Delft daalt. De fractie sprak de wens uit dat ook in de dure wijken van Delft meer sociale huurwoningen worden gerealiseerd.

Seniorenmakelaar

Onafhankelijk Delft hield een pleidooi voor meer betaalbare woningen voor jongeren en meer passende woningen voor ouderen. Delft moet wat die fractie betreft bouwen voor iedereen. Het CDA vroeg wethouder Schrederhof in de volgende woonmonitor de resultaten van de seniorenmakelaar te laten zien. Die makelaar moet ervoor zorgen dat ouderen met hulp van de gemeente verhuizen van hun eengezinswoning naar een meer passende seniorenwoning. In de woonmonitor ontbreken die gegevens. De fractie sprak ook de zorg uit over de dalende woontevredenheid in Delft West.

De fractie van D66 omschreef de Woonmonitor 2025 als een prachtig document, waar niks op valt aan te merken. D66 zou daarom liever een ander gesprek in de commissie voeren, over wat voor stad Delft wil zijn. Ook de ChristenUnie zou dat gesprek graag voeren. De mogelijkheden voor de wethouder om het beleid bij te sturen, zijn volgens de ChristenUnie beperkt. Die fractie zou graag zien dat ook andere beleidsterreinen, zoals bijvoorbeeld parkeren, bij ontwikkelingen op de woningmarkt worden betrokken.

Exclusief

Volt wees naar het beleid uit het verleden dat erop was gericht om in Delft meer dure en extra dure woningen en minder sociale huurwoningen te bouwen. Volgens Volt heeft dat de stad exclusief gemaakt. Volt vroeg wethouder Schrederhof een analyse te maken van alle plannen woningbouw en te kijken of daarin het aandeel betaalbare woningen wellicht opgeschroefd kan worden. De wethouder beloofde die plannen tegen het licht te houden.

Op verzoek van STIP zei de wethouder ook bereid te zijn om de particuliere huursector in de volgende woonmonitor in beeld te brengen. Schrederhof kondigde ook aan dat in de rapportage Langer en weer thuis die binnenkort naar de raad wordt gestuurd, het CDA kan lezen wat de effecten zijn van de seniorenmakelaar. De wethouder ging ook uitgebreid in op de landelijke wet- en regelgeving die van invloed is op de lokale woningmarkt en de mogelijkheden voor de gemeente om de eigen regels over het delen en splitsen van woningen eventueel bij te stellen. 

Hart voor Delft en SP kondigden aan dat ze in de raadsvergadering op donderdag 25 september moties willen indienen. In die vergadering wordt daarom verder over de Woonmonitor 2025 gesproken.

Delftse Inclusie Agenda

Het VN-verdrag Rechten voor mensen met een handicap uit 2016 schrijft voor dat alle gemeenten in Nederland verplicht zijn om een actieplan te maken, waarin staat hoe mensen met een beperking zo zelfstandig en onafhankelijk mogelijk kunnen leven. In Delft heet dat plan de Delftse Inclusie Agenda Samen naar een toegankelijker Delft. Vorig jaar werd die agenda door het college gepresenteerd en dinsdagavond besprak de commissie de eerste voortgangsrapportage.

De rapportage beschrijft wat de gemeente het afgelopen jaar heeft gedaan en nog gaat doen om Delft nog toegankelijker te maken. De gemeente doet dat samen met de stad, met het Toegankelijkheidsnetwerk en met het Inclusie Collectief Delft.

Ondernemers

De fracties van de ChristenUnie en Onafhankelijk Delft lieten wethouder Joëlle Gooijer weten dat ze graag zouden zien dat ondernemers meer betrokken worden bij de inclusie-agenda. Horecaondernemers moeten wat Onafhankelijk Delft zorgen voor toegankelijke terrassen. Volgens de ChristenUnie zou de gemeente ondernemers meer kunnen informeren over het in dienst nemen van mensen met een beperking.

Daarnaast pleitte de ChristenUnie voor het verhogen van de inclusieve ambities van Delft. In 2027 vindt er weer een landelijke verkiezing plaats van de meest inclusieve gemeente van Nederland. De ChristenUnie vindt dat Delft bij die verkiezing in de top drie moet eindigen. Om die ambitie kracht bij te zetten, bereidt de ChristenUnie voor de komende raadsvergadering een motie voor.

Onafhankelijk Delft vroeg de wethouder in de volgende rapportage meer meetbare doelen op te nemen en meer inzicht te geven in de kosten. Wethouder Gooijer verzekerde de VVD-fractie dat inclusie inmiddels in de haarvaten van de ambtelijke organisatie zit.

Vergoeding

Ze liet GroenLinks en PvdA weten dat er met de leden van het netwerk wordt gesproken over een eventuele vergoeding voor hun werk. Ook Volt zou graag meetbare doelen in de volgende rapportages zien. Volgens de SP is het van belang dat de bestaande infrastructuur op orde wordt gebracht en dat flatbewoners sneller hulp krijgen als de lift in hun gebouw soms wekenlang niet werkt. De wethouder sprak over een terechte oproep, maar daar geen oplossing voor te hebben. Die zorg ligt, aldus wethouder Gooijer, bij de woningbouwverenigingen.

Prijsstijging

Bezoekers van de Delftse buurthuizen en wijkcentra gaan voor hun bakje koffie of kopje thee 80% meer betalen. Een vrijwilliger van wijkcentrum Wippolder gebruikte haar inspreekminuten om daarover haar ongenoegen te uiten in deze commissievergadering. De prijsverhoging staat volgens haar haaks op de doelstelling van de gemeente om sociale contacten in buurthuizen te bevorderen. Voor de bezoekers van de creaclub in Wippolder betekent dit dat een tweede bakje of kopje niet meer inzit.

Omdat dit onderwerp niet op de bespreekagenda van de commissie stond, ging de commissie niet in debat met wethouder Schrederhof. Maar de wethouder liet wel weten dat ze binnenkort met antwoorden komt op de schriftelijke vragen die Hart voor Delft over deze kwestie heeft gesteld.

Kijk de commissievergadering terug

Beeldvorming: buurthuizen en wijkcentra

12 januari 2024 – De leden van de commissie Sociaal Domein en Wonen zijn op donderdag 11 januari in buurthuis De Wending tijdens een beeldvormende avond bijgepraat over buurthuizen en wijkcentra. Op dit moment wordt het beheer van de wijkcentra in Delft geëvalueerd en wordt er nagedacht over hoe de exploitatie en het beheer in de toekomst verbeterd kan worden.

Tijdens de bijeenkomst werd de raad geïnformeerd over de voortgang van het onderzoek en werden de eerste resultaten gedeeld. Daarna werden mogelijkheden voor de toekomstige opzet van beheer en exploitatie besproken en werd de commissieleden gevraagd om vragen te stellen of aandachtspunten mee te geven.

Onderwerpen die onder meer aan de orde kwamen, waren de kosten en het gemak van het huren van een ruimte, de prijs van consumpties en de inzet van vrijwilligers of professionele krachten. Verder werd de onderzoekers op het hart gedrukt om vooral ook de (potentiële) gebruikers van de buurthuizen te betrekken bij het vormgeven van een nieuwe manier van exploitatie en beheer van de buurthuizen. Dit alles met als doel om te komen tot toegankelijke en laagdrempelige buuthuizen die zo veel mogelijk aansluiten op de behoefte van de wijkbewoners.

Later dit jaar worden aan de hand van de uitkomst van het lopende onderzoek en de input van de raad en de stad verschillende scenario’s geschetst en wordt de raad gevraagd om een besluit te nemen over een nieuwe manier van exploitatie en beheer van buurthuizen en wijkcentra.