17 oktober 2022 – Het gaat niet goed met de jeugdbescherming. Landelijk niet, maar ook regionaal niet bij Jeugdbescherming West. Er is onvoldoende geld en er zijn onvoldoende vaste begeleiders voor jongeren en gezinnen. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd schreef er dit jaar twee kritische rapporten over. De commissie Sociaal Domein en Wonen sprak hierover in de oordeelsvormende vergadering op donderdag 16 oktober.
Op de agenda stonden de brieven over de ontwikkelingen in de jeugdbescherming die het college naar de raad had gestuurd. Brieven die ik liever niet had gestuurd, verzuchtte wethouder Joëlle Gooijer. Het college schrijft onder meer dat het landelijke stelsel van de jeugdbescherming ernstig te kort schiet. De proeftuin Haaglanden waarin Delft, samen met Den Haag en Westland werkt aan een integrale gezinsgerichte aanpak met een centrale rol voor stevige lokale teams moet in de toekomst voor verandering zorgen, maar zonder wettelijke basis en voldoende geld van het Rijk wordt dat een lastige klus.
Bestuurlijke spagaat
Bij de bespreking kwamen de zorgen over het huidige systeem duidelijk naar voren. De PvdA gaf in een gloedvol en recht uit het hart betoog aan dat het systeem niet goed functioneert, leidt tot wachtlijsten en een tekort aan vaste jeugdbeschermers. De PvdA bepleitte een stelselwijziging en betere arbeidsvoorwaarden. Onafhankelijk Delft wees op situaties, waarin het systeem soms meer schade dan bescherming biedt en vroeg om transparantie bij calamiteiten en monitoring van gesloten jeugdzorg. Volt signaleerde een bestuurlijke spagaat tussen het oude en het nieuwe systeem en vroeg hoe de gemeente prioriteit kan geven om uit de impasse te komen.
Wethouder Gooijer benadrukte dat Delft te maken heeft met personeelstekorten en hoge caseloads. De gemeente werkt mee aan landelijke toekomstscenario’s en probeert systeem doorbrekende maatregelen te nemen, maar is afhankelijk van landelijke wetgeving en financiering.
Momenteel zijn er vijf Delftse kinderen in gesloten jeugdzorg; het streven is afbouw naar nul, maar tijdelijke plaatsing kan volgens de wethouder soms noodzakelijk zijn. Ze vroeg de raad om te blijven sturen op inhoud en kwaliteit.
Vanuit diverse fracties klonk de oproep om landelijke partijgenoten te informeren over de ontwikkelingen rond de jeugdbescherming, over te gaan tot wetgeving en vooral niet te bezuinigen op de jeugdzorg. Geen van de partijen zag na dit debat aanleiding om een motie aan te kondigen, zodat dit onderwerp niet terugkomt op de raadsagenda van donderdag 6 november.

Wijkcentra en speeltuinen
Bij de bespreking van het voorstel Uitkomst aanbesteding beheer wijkcentra & toezichthouden bewaakte speeltuinen en algemeen belang besluit lag de nadruk op de rol van vrijwilligers en de toegankelijkheid van wijkvoorzieningen.
De SP steunde het doel van het besluit, maar vroeg zich af of het beheer van speeltuinen een gemeentelijke taak is en wees op mogelijke problemen bij de continuïteit en ondersteuning van vrijwilligers. De VVD waardeerde dat maatschappelijke organisaties met winstoogmerk tegen het volle tarief gebruik kunnen maken van de wijkcentra, zodat de opbrengsten ten goede komen aan de wijk, en wilde weten hoe de raad grip houdt op de doelstellingen en de monitoring.
De ChristenUnie benadrukte het belang van wijkcentra als hart van de wijk en vroeg aandacht voor betaalbaarheid en subsidiëring, zodat bewonersinitiatieven niet onderaan de prioriteitenlijst terechtkomen. Onafhankelijk Delft gaf aan dat de gemeente actief zou moeten helpen bij subsidieaanvragen en de verantwoording van vrijwilligers, terwijl Hart voor Delft wilde weten wie bepaalt wat het algemeen belang is en wie het beheer uitvoert.
Wethouder Schrederhof lichtte toe dat de speeltuinen momenteel beheerd worden door verenigingen en dat vrijwilligers een belangrijke rol vervullen in het dagelijks beheer. De opbrengsten uit verhuur gaan naar de gemeente en niet naar Sportfondsen. Voor hulp bij subsidieaanvragen kunnen vrijwilligers terecht bij Regie op Uitvoering.
De wethouder benadrukte dat de gemeente samen met bewoners en Sportfondsen wil zoeken naar een goede balans tussen commerciële en niet-commerciële gebruikers van de wijkcentra. De commissie sprak zich overwegend positief uit, maar vroeg extra aandacht voor de ondersteuning van vrijwilligers en de monitoring van de uitvoering. Omdat de VVD een amendement overweegt, praat de raad in de vergadering op 6 november verder over dit onderwerp.
Langer en Weer Thuis
Het programma Langer en Weer Thuis is een samenwerkingsprogramma van de gemeente en veertien woon- en zorgorganisaties met als doel dat ouderen langer zelfstandig kunnen blijven wonen en dat kwetsbare mensen weer zelfstandig kunnen gaan wonen. De commissie besprak het voortgangsrapport over 2024.
Het college kreeg waardering voor de concrete stappen die zijn gezet, maar in de commissie klonken ook zorgen over het tempo en de uitvoering. Volt benadrukte het belang van regionale samenwerking en solidariteit, vooral bij Housing First. De PvdA zag mooie initiatieven, maar vroeg extra aandacht voor doorstroming en structurele verankering van het programma. STIP was tevreden met de concrete stappen, maar maakte zich zorgen of de doelstellingen door de seniorenmakelaar kunnen worden gehaald.
ChristenUnie wil dat monitoring als kompas dient voor toekomstig beleid en vroeg of Delftse behoeften voldoende terugkomen in de regionale visie, met extra aandacht voor mantelzorgers. Het CDA vroeg specifiek naar de voortgang rond Huize Monica en de doorstroming voor ouderen.
De wethouders Schrederhof en Gooijer gaven aan dat er wordt gewerkt aan een regionale woonzorgvisie en een volkshuisvestingsplan. De seniorenmakelaar boekt beperkte resultaten door een tekort aan passend woningaanbod, maar er wordt ingezet op meer woningen en bekendheid van het programma. Housing First loopt in Delft, maar in regiogemeenten blijft de uitvoering achter. Mantelzorgwoningen en alternatieve woonvormen krijgen aandacht, maar het bouwtempo blijft een uitdaging. Wethouder Gooijer wees onder meer op de nieuwe seniorenwoningen die worden opgeleverd in de Spoorzone, waardoor het aanbod en de doorstroming iets toenemen.
De commissie riep nadrukkelijk op tot meer sturing, versnelling en aandacht voor lokale behoeften. De SP ziet graag dat bij nieuwe woningbouwplannen direct ruimte wordt opgenomen voor zorgbuurthuizen. D66 opperde het idee om duo-wonen mogelijk te maken. Ouderen die alleen thuis willen blijven wonen krijgen, delen hun woning dan met een huisgenoot die naar hen omkijkt. Wat Onafhankelijk Delft betreft gaat het in dit beleid over medemenselijkheid, verbondenheid en waardige ouder worden.
GroenLinks deelde de wens dat de seniorenmakelaar meer bekendheid krijgt en dat er ook meer aandacht komt voor ouderen die hun gezinswoning willen ruilen tegen een kleinere woning. Hart voor Delft vindt de situatie zo nijpend op de woningmarkt voor senioren dat het college er per kwartaal over zou moeten rapporteren. Het college doet dat nu jaarlijks en dat blijft zo, legde wethouder Gooijer uit.
Omdat er geen moties werden aangekondigd, gaat dit onderwerp niet door naar de komende raadsvergadering.
Bethelpark
Geen huisartsenpost, maar een opvangplek voor bijna dertig probleemjongeren. Namens de bewonerscommissie van het complex Bethelpark sprak de voorzitter zijn zorgen uit over de onverwachte komst van deze nieuwe bewoners die in zijn ogen voor overlast in de omgeving gaan zorgen. De huidige bewoners zien de opvang liever niet komen, maar ze realiseren zich volgens de inspreker ook dat de opvang een onontkoombaar feit is.

Dit onderwerp stond niet op de agenda van het overlegdeel van de vergadering. De commissie hield daarom geen debat, maar de fracties van VVD, ChristenUnie en Onafhankelijk Delft stelden in het vragenrondje wel vragen over de bezorgde brieven die de bewoners naar de gemeente stuurden en de reactie van het college daarop.
De bewoners klaagden in die brieven dat er met de pandeigenaar en zorgaanbieder nauwelijks overleg is geweest en dat er onduidelijkheid bestaat over de doelgroep – waaronder de leeftijd en het al dan niet aanwezig zijn van alleenstaande minderjarige vluchtelingen. Ook benadrukten zij het ontbreken van duidelijke contactpersonen en structurele evaluatiemomenten, waardoor zij zich onvoldoende gehoord voelen.
Wethouder Gooijer legde uit dat de opvang juridisch is toegestaan binnen het bestemmingsplan en dat er geen extra procedure nodig is. De gemeente is afhankelijk van informatie van de initiatiefnemers en kan niet altijd volledig vooraf op de hoogte zijn. Volgens de wethouder komen er geen alleenstaande minderjarige vluchtelingen op de locatie.
De gemeente faciliteert wel gesprekken tussen bewoners, zorgaanbieder en eigenaar, maar de primaire verantwoordelijkheid voor de opvang ligt bij de zorgaanbieder. De beantwoording van de wethouder nam bij de ChristenUnie en Onafhankelijk Delft nog niet alle zorgen weg. Deze fracties overwegen een motie in te dienen. Het onderwerp is voorlopig toegevoegd aan de raadsagenda van donderdag 6 november.