18 juni 2022 – In de eerste oordeelsvormende vergadering van de commissie Sociaal Domein en Wonen in deze nieuwe raadsperiode stond de commissie op donderdag 17 juni uitgebreid stil rond de vraag in hoeverre er sprake is van sociale verhuur in het gebouw Pauwmolen als starters en studenten daar wel een sociale huurprijs betalen maar door allerlei verplichte bijkomende kosten toch de hoofdprijs kwijt zijn.
De kwestie werd al in februari van dit jaar aangekaart door de fractie van het CDA in schriftelijke vragen aan het college. Elf jaar geleden besloot de gemeenteraad tot de bouw van het complex Pauwmolen. Met het idee dat er in het nieuw opgeleverde gebouw ruimte zou zijn voor 285 woningen, 142 appartementen voor ‘Delftse’ jongeren en 143 voor studenten. De aantallen werden vastgelegd in de plannen en afspraken met de gemeente Delft.
Begin dit jaar bleek op de website van de verhuurder dat er short stay contracten aangeboden werden. Na de reactie van het college dat dat niet was toegestaan werden de tijdelijke contracten onder andere benamingen aangeboden. Het zou gaan om een definitiekwestie. De CDA-fractie vroeg zich in de commissievergadering opnieuw af aan welke kant het college stond; aan de kant van de verhuurder of aan de kant van de starters en studenten.
Ook de ChristenUnie en SP hadden de kwestie op de agenda gezet en hekelden de manier waarop de verhuurder onder het mom van sociale verhuur de huurders extra kosten in rekening brengt. De ChristenUnie wees onder meer op de 150 euro per maand extra die huurders moeten betalen voor stoffering en meubels. De SP constateerde dat commerciële verhuurders de grenzen van de wet opzoeken. Wethouder Karin Schrederhof beaamde dat. Zij erkende dat de raad indertijd starters en studenten aan goedkope huurwoningen dacht te helpen. Maar omdat er te weinig regels werden vastgelegd, ontstond er ruimte voor de verhuurder om binnen de wet tijdelijke contracten aan te bieden die verre van sociaal zijn.
Volt zei overeenkomsten te zien met studentenhotels die ook gericht zijn op mensen die kort in Delft verblijven. Volt vroeg de wethouder of Delft in navolging van andere studentensteden niet gebaat zou zijn met een short-stay-beleid. Ook andere fracties, waaronder de PvdA, STIP, D66 en GroenLinks, wilden weten of en hoe dit soort verhuurconstructies in de toekomst voorkomen kunnen worden. De CDA-fractie kondigde aan met een initiatiefvoorstel te willen komen. Andere partijen gaven te kennen dat ze daar graag over mee willen denken.
Hart voor Delft wees erop dat de controlerende taak van de raad wel een grens kent. De raad moet er na vaststelling van een bestemmingsplan op kunnen vertrouwen dat de regels worden nageleefd. En het niet als taak van de raad te zien om te controleren of de vastgestelde worden nageleefd. Wethouder Schrederhof beaamde dit, maar gaf aan in de huidige vastgestelde regels weinig mogelijkheden te zien om op korte termijn iets te doen voor huurders met een kortlopend contract.
Als het CDA met andere fracties met een initiatiefvoorstel komt, wordt dit onderwerp besproken in een volgende raadsvergadering.
Stichting Perspektief
De stijgende bedrijfskosten van Stichting Perspektief zijn de reden dat het college de raad heeft voorgesteld om de prestatiesubsidie eenmalig te indexeren. Het gaat om een bedrag van ruim 136.000 euro. Dat stelt Perspektief volgens wethouder Schrederhof in staat om de wettelijke taak op het gebied van Maatschappelijke Opvang en Ketenaanpak Huiselijk Geweld namens centrumgemeente Delft conform uit te voeren. Hierdoor hoeft Stichting Perspektief niet te bezuinigen op de uitvoering en bedrijfsvoering.
Het voorstel Indexatie prestatiesubsidie 2022 Stichting Perspektief werd door de commissie als hamerstuk toegevoegd aan de agenda van de raadsvergadering op donderdag 30 juni.
Studietoeslag
Bij de bespreking van het voorstel Verhoging studietoeslag studenten met medische beperking lieten diverse fracties weten hoe lastig het is om door het Rijk opgelegd beleid uit te voeren als daar financieel niks tegenover staat. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de individuele studietoeslag. Deze toeslag helpt studenten die door een medische beperking niet in staat zijn om naast hun studie wat bij te verdienen. Tot april 2022 konden gemeenten zelf bepalen hoeveel en hoe vaak de toeslag werd uitgekeerd. Het Rijk heeft nu bepaald dat gemeenten maandelijks met een minimumbedrag over de brug moeten komen. Voor studenten vanaf 21 jaar is dat 300 euro per maand. Jongere studenten krijgen minder, omdat volgens wethouder Joëlle Gooijer voor die groep ook verantwoordelijkheid van de ouders mag worden verwacht. De nieuwe regels betekenen voor Delft een stijging van de jaarlijkse kosten van zo’n 120.000 euro.
Nagenoeg alle fracties reageerden positief op het voorstel. Maar er klonk ook teleurstelling dat Delft financieel niet in staat is om net als de gemeente Den Haag de toeslag voor alle leeftijdsgroepen gelijk te trekken. De VVD had graag gezien dat Delft alleen taken uitvoert die door het Rijk volledig worden vergoed en Hart voor Delft vroeg om het resterende bedrag dat niet wordt uitgekeerd beschikbaar blijft voor 2023. Wethouder Gooijer lichtte toe dat Delft nu al geld tekortkomt en dat dat bedrag in 2022 helemaal wordt benut. Lobbyen om meer geld bij het Rijk heeft voor deze toeslag volgens haar weinig zin omdat het al uit onderhandeld zou zijn.
Het voorstel wordt op 30 juni in de raadsvergadering per hamerslag vastgesteld.
Inburgering
Ook bij de behandeling van het voorstel Verordening Wet inburgering 2021 gemeente Delft en de rapportages over de huisvesting en participatie van statushouders bleek uit sommige betogen van fractie de ontevredenheid over het achterblijven van geld uit Den Haag voor het uitvoeren van wettelijke taken.
De Wet inburgering 2021 bepaalt dat gemeenten sinds 1 januari 2022 een regierol hebben in het inburgeringsproces. Eind vorig jaar stemde de raad via hamerslag in met het Beleidsplan Wet inburgering 2022-2026 ‘Inburgeren werkt!’ Ook in dat debat waren diverse fracties kritisch op het feit dat het Rijk voor de uitvoering van deze nieuwe wet met onvoldoende geld over de brug komt. Het college stelde dat toen ook vast in het voorstel en liet weten keuzes te moeten maken in het brede pakket van intake, taallessen en maatschappelijke begeleiding op weg naar zelfstandigheid en financiële zelfredzaamheid van nieuwkomers in Delft.
Wat Hart voor Delft betreft zou Delft pas op de plaats moeten maken met de huisvesting van statushouders. Volgens die fractie zou dat voor lucht op de lokale woningmarkt kunnen zorgen. Andere fracties, waaronder de SP, Volt en GroenLinks vroegen aandacht voor de praktische uitvoering van de verordening. STIP vroeg naar de financiën en het CDA zei zich zorgen te maken over vrijwilligers die afhaken. Onafhankelijk Delft stipte de duur van een inburgeringstraject aan en de PvdA zei blij te zijn met de verordening omdat die ruimte geeft om de inburgering goed te regelen. Wethouder Gooijer zei op haar eerste werkdag niet alle vragen te kunnen beantwoorden, maar ze beloofde de fracties over de uitvoering van de nieuwe wet volgend jaar aan de raad te rapporteren. Het voorstel wordt op donderdag 30 juni per hamerslag in de raadsvergadering vastgesteld.
Delftse jeugd(hulp)
Over het algemeen werd door de fracties tevreden gereageerd op de eerste raadsinformatiebrief waarin het college de raad informeert over de Delftse jeugd(hulp). Die brief geeft in drie delen feitelijk inzicht over de Delftse jeugd, de preventie in het jeugddomein en het jeugdhulpgebruik in Delft.
Hoewel er heel veel cijfermatige informatie in de halfjaarlijkse brief staat, bleken veel fracties, waaronder Volt en VVD in de commissie ook behoefte te hebben aan duiding en context. D66 en STIP zochten naar een verklaring van het aantal vroeggeboortes en kindersterftes dat in Delft hoger is dan het landelijk gemiddelde. Volgens wethouder Gooijer is Delft daarmee niet zo uitzonderlijk, omdat het een typisch grootstedelijk probleem is.
Hart voor Delft vroeg aandacht voor de samenwerking tussen jeugdzorg en scholen. Daarnaast uitte de fractie zorgen over personeelstekorten in de jeugdzorg. GroenLinks zou graag zien dat het taboe op hulpvragen wordt doorbroken en Onafhankelijk Delft benoemde het gebrek aan woningen voor zwangere jongeren die noodgedwongen thuis moeten blijven wonen. Wethouder Gooijer beloofde alle suggesties en vragen om inkleuring van de cijfers mee te nemen in de volgende rapportage. Daarnaast wees ze op de rapportage van de jeugdhulpregio H10 die nog voor het zomerreces naar de raad komt. De wethouder verwacht dat daar ook veel antwoorden instaan op vragen die specifiek over de jeugdhulp werden gesteld.
Aan het eind van het debat zag geen van de fracties behoefte om in de komende raadsvergadering een motie in te dienen.