Oppositiemoties over fietssnelweg halen geen meerderheid

5 april 2024 – Het gebeurt niet vaak dat de coalitie- en oppositiepartijen over een onderwerp zo duidelijk van mening verschillen als over de aanleg van de Metropolitane Fietsroute Delft – Rotterdam Alexander en het fietsecoduct over de A13. In de raadsvergadering werden op donderdag 4 april de acht moties van oppositiepartijen bij dit onderwerp allemaal door de raad verworpen.

Voorafgaand aan de stemming hield de raad een uitvoerig debat dat zich toespitste op de rol van de raad in dit proces, de kosten en nut en noodzaak van het fietsecoduct en eigenlijk van het hele metropolitane fietspad.

Politiek issue

De aanleg van een 20 kilometer lange ‘snelweg’ voor fietsers van Delft via de polder van Pijnacker en Berkel naar Rotterdam Alexander werd pas een politiek issue in Delft, nadat een nipte meerderheid van de gemeenteraad van Pijnacker-Nootdorp begin maart instemde met de aanleg van de fietsroute en het fietsecoduct over de A13.

In die gemeente was de gemeenteraad gevraagd om een besluit te nemen, maar in Delft was dat besluit (volgens het college) al in 2021 genomen als onderdeel van het Mobiliteitsprogramma Delft 2040 en waren de middelen al beschikbaar gesteld in de Programmabegroting. De oppositie hekelde net als in de commissievergadering ook weer de samenhang tussen de financiering van de aanleg van de Gelatinebrug over de Schie en de financiering van de aanleg van het fietsecoduct op de A13.

Voorstander

STIP, PvdA en GroenLinks toonden zich voorstander van de aanleg van de nieuwe fietsroute. STIP sprak over een verbetering van de milieuvriendelijke bereikbaarheid van Delft. De PvdA sprak de hoop uit dat met de aanleg van de fietsroute meer automobilisten de auto laten staan en de fiets pakken om naar Delft of Rotterdam te gaan. GroenLinks zei blij te zijn dat mede dankzij de amendementen die in Pijnacker-Nootdorp zijn aangenomen meer rekening gehouden wordt met biodiversiteit op deze nieuwe fietsroute.

Vanuit de oppositie klonk voornamelijk kritiek en treurnis en werd via de moties gevraagd om onder meer alternatieven te onderzoeken, een financieel plafond in te stellen en een volwaardig fietsecoduct aan te leggen. 

Onderzoek

De motie Onderzoek alternatieven voor Fietsecoduct A13 van CDA, VVD, Hart voor Delft, Onafhankelijk Delft, Volt en SP vroeg de raad samen met de Metropoolregio Den Haag Rotterdam onderzoek te doen naar alternatieve routes en de resultaten daarvan voor te leggen aan de raad. De meerderheid van coalitiepartijen ChristenUnie, D66, GroenLinks, PvdA en STIP stemden tegen deze motie.

Dat gebeurde ook met de overige moties. VVD, CDA en Onafhankelijk Delft zagen hoe de ChristenUnie, D66, GroenLinks, PvdA, STIP en Volt tegen hun motie Geen cent meer voor het Fietsecoduct over de A13 stemden.  Diezelfde partijen stemden eveneens tegen de motie Een MER uitvoeren voor project fietsroute, meten is weten die werd ingediend door Onafhankelijk Delft. Die fractie kreeg ook niet voldoende partijen voor een meerderheid over de streep voor de motie Natuur heeft voorrang. ChristenUnie, D66, GroenLinks, PvdA, STIP en VVD stemden tegen.

Faunavoorziening

De motie Een volwaardige faunavoorziening over de A13 van Volt en Onafhankelijk Delft kreeg alleen de steun van CDA en SP en werd door een ruime raadsmeerderheid verworpen. Dat gebeurde tevens met de motie Kennisstad Delft bouwt Delft-Rotterdam Alexander fietsroute. Die motie van de SP werd door tegenstemmen van ChristenUnie, D66, GroenLinks, PvdA, STIP en Volt verworpen.

Rol van de gemeenteraad

De laatste twee moties die bij dit agendapunt werden verworpen, waren gericht op de rol van de gemeenteraad en de genomen besluiten in het verleden. Diverse fracties lieten in het debat weten heel veel moeite gedaan te hebben om aan informatie te komen uit het verleden om te herleiden wie, wanneer een besluit nam over de aanleg van de fietsroute en het fietsecoduct.

Wethouder Martina Huijsmans verwees net als de PvdA terug naar 2005 en ook naar de jaren 2009 en 2018 als momenten, waardoor via gelaagde raadsbesluiten dit project steeds meer vorm kreeg. Met andere woorden; de snelfietsroute kwam niet uit de lucht vallen.

De motie van Hart voor Delft met de titel Grote (infrastructurele) projecten zijn een raadsbevoegdheid werd door de meerderheid met tegenstemmen van de vijf coalitiepartijen verworpen. De Motie van treurnis betrokkenheid raad bij dossier Fietsecoduct die na de reactie van wethouder Huijsmans werd ingediend door CDA, VVD, Onafhankelijk Delft en Hart voor Delft kreeg de steun van de overige oppositiepartijen. De coalitiemeerderheid van ChristenUnie, D66, GroenLinks, PvdA en STIP stemde tegen. Ook die motie werd verworpen.

Parkeernormen

Het college heeft besloten om de parkeernormen te maximeren en naar beneden bij te stellen bij nieuwbouw en verbouw van gebouwen. Voor bestaande gebouwen blijft de toegestane parkeerruimte hetzelfde. Voor autoparkeren geldt bijvoorbeeld de nieuwe norm dat bij nieuwe woningen een aantal parkeerplekken nooit hoger is dan één parkeerplaats per woning. Voor fietsparkeren blijft een minimumnorm; meer bouwen dan de norm mag.

In het raadsdebat over deze door het college vernieuwde Beleidsregels Parkeernomen ging een groot deel van de discussie over de rol van de raad als het gaat over de vraag wie moet die normen vaststellen; de raad of het college? Of allebei, zoals in de motie Wijzigen van parkeernormen is een raadsbevoegdheid werd voorgesteld door de fracties van VVD, CDA, Onafhankelijk Delft, Hart voor Delft en SP.

Bevoegd

Wethouder Frank van Vliet vond dat dat niet kan. Het college is in zijn optiek bevoegd om beleidsregels vast te stellen en daar kan de raad via moties iets van vinden, maar geen besluit over nemen.

GroenLinks, STIP en D66 dienden tijdens het debat daarop hun motie Vaststelling parkeernomen in die grotendeels gelijk was aan de motie van de oppositiepartijen, maar voorstelde om de beleidsregels parkeernormen voortaan eerst ter bespreking aan te bieden aan de raad, zodat het college er daarna een besluit over kan nemen.

Dat zou volgens de wethouder een werkbare procedure kunnen zijn die de raad vooraf de kans geeft een oordeel te geven over nieuwe parkeernormen.  Een kleine aanpassing in de motie van de VVD, CDA, Onafhankelijk Delft, Hart voor Delft en SP zorgde ervoor dat hun motie unaniem door de raad werd aanvaard. Het college wordt voortaan geacht de raad voorafgaand aan het collegebesluit de nieuwe parkeernormen ter beoordeling voor te leggen aan de raad. GroenLinks, STIP en D66 trokken hun motie in.

Parkeerbeleid

De motie Mobiliteit in balans van de ChristenUnie en STIP werd ingetrokken na de toezegging van wethouder Huijsmans dat de raad binnenkort het Monitoringsprogramma Mobiliteitsplan Delft ontvangt.

De SP diende vier moties als een meerkeuzemenu in om wijzigingen in het parkeerbeleid terug te draaien, te omarmen en in mindere of meerdere mate te wijzigen. Alle vier de moties werden verworpen, waaronder de motie Wij willen jouw auto niet. De SP stemde samen met de rest van de raadsfracties tegen de eigen motie, zodat die motie als die zeldzame unaniem verworpen motie de geschiedenis ingaat.

Hamerstukken

Bij de vaststelling van de hamerstukken lieten VVD en CDA aantekenen dat ze akkoord gaan met het voorstel Toekomstbestendigheid kinderboerderijen Delft – renovatie waterspeeltuinen dat de gemeente bijna vijf ton gaat kosten, maar dat zij liever hadden gezien dat dat bedrag uit het Fonds Delft 2040 kwam. Uit navraag door de fracties blijkt dat dit fonds het nog beschikbare geld al heeft bestemd voor andere opgaven in de stad. Het geld voor de renovatie van de waterspeeltuinen komt daarom uit de algemene middelen van de gemeente. 

Via een klap met de voorzittershamer ging de raad verder akkoord met de voorstellen: Voorkeursrecht Buitenhofdreef 2 (Rabobank), Herstelbesluit Schieoevers Noord (Kabeldistrict en Nieuwe Haven) en Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2015.