30 september 2022 – In de oordeelsvormende vergadering van de commissie Economie, Financiën en Bestuur is op donderdag 29 september uitgebreid gesproken over de activiteiten die worden georganiseerd voor het herdenkingsjaar slavernijverleden Delft. In 2023 wordt 150 jaar afschaffing van de slavernij in het Koninkrijk der Nederlanden herdacht. Het college wil hieraan bijdragen via een onderzoek naar het lokale slavernijverleden.
De activiteiten in het herdenkingsjaar worden op touw gezet door het Kwartiermakers comité Slavernijverleden Delft. Twee vertegenwoordigers gebruikten hun inspreektijd in de commissie om steun te vragen voor hun voorbereidend werk en om de commissie te wijzen op het belang van een onderzoek.
Het verkennend historische onderzoek zal volgens het college begin 2023 leiden tot een kort feitenrelaas. Het geeft inzicht in de rol van Delft en de Delftenaren, vult lacunes in de stadsgeschiedenis en helpt het Kwartiermakers comité bij het opzetten van een verantwoord herdenkingsjaar. Daarvoor wil het college het subsidiebudget eenmalig verhogen met 100.000 euro. Het onderzoek van het Stadsarchief Delft van 32.000 euro wordt betaald uit budget van Erfgoed Delft en de multiculturele expertise met 16.000 euro uit het budget voor integratie en tegengaan discriminatie. In een brief aan het comité legt het college uit geen geld te willen uittrekken voor een projectleider of het realiseren van een slavernijmonument.
De fractie van Hart voor Delft liet weten moeite te hebben met de financiering van het onderzoek. Hart voor Delft vroeg het college pas op de plaats te maken en de besteding van het voorgestelde budget te verduidelijken. D66 complimenteerde het college met het gewijzigde standpunt. Het vorige college wilde namelijk geen onderzoek laten doen en het initiatief volledig aan de stad overlaten. Het huidige college kiest voor een basisonderzoek. Wat D66 betreft mag dat ook een uitgebreid onderzoek zijn, waarvan de resultaten kunnen dienen voor educatieve en culturele activiteiten.
Een aspect dat volgens de PvdA in het onderzoek moet worden meegenomen is de vraag of er destijds ook Delftenaren waren die nadeel ondervonden van de slavernijhandel. STIP prees het initiatief uit de stad en wilde van het college weten hoe het herdenkingsfeest Keti Koti jaarlijks structureel gefinancierd kan worden. De CDA-fractie zei het terecht te vinden dat er een onderzoek komt, maar zo vlak voor de begrotingsbehandeling voelde die fractie zich wel verrast door de brief van het college.
Als het aan Onafhankelijk Delft ligt, wordt in het onderzoek ook gekeken naar de invloed van het slavernijverleden op de start van de technische universiteit. De VVD zei verbaasd te zijn dat het college na een stadsgesprek met 25 inwoners van standpunt is veranderd en nu wel een onderzoek wil instellen. Het geld dat daarvoor wordt benut, zou volgens de VVD beter direct besteed kunnen worden aan het bestrijden van racisme en discriminatie.
GroenLinks sprak zijn waardering uit voor het initiatief van de kwartiermakers en wees de VVD erop dat de deelnemers aan de twee stadsgesprekken een groot deel van de Delftenaren vertegenwoordigen. De ChristenUnie herinnerde de commissie aan de schriftelijke vragen die door de fractie samen met GroenLinks en D66 in 2021 werden gesteld, waarmee de bal aan het rollen werd gebracht.
Volt liet weten blij te zijn met de stappen die worden gezet voor het herdenkingsjaar. Die fractie vroeg meer duidelijkheid over de subsidieverdeling voor de andere thema’s van 2023; Vermeer en Antoni van Leeuwenhoek. De SP betoogde dat zonder begrip van het verleden de keuzes voor de toekomst op de tocht staan. Ook de SP zette vraagtekens bij het voorgenomen budget.
Wethouder Joëlle Gooijer legde uit dat het feitenonderzoek moet worden gezien als een eerste bouwsteen voor wat er verder nog ontdekt gaat worden. Ze zei zich ervan bewust te zijn dat geld maar één keer kan worden uitgegeven maar volgens de wethouder wordt discriminatie ook bestreden door juist nu gesprekken te voeren. Wethouder Frank van Vliet vulde aan dat het stadsarchief binnen zijn bestaande budget het onderzoek laat uitvoeren en dat de extra ton subsidie is bedoeld voor het aanjagen van themajaren. Die extra 100.000 euro is door het college opgenomen in de programmabegroting.
D66 liet aan het eind van het debat weten bij de begrotingsbehandeling terug te komen op dit onderwerp. Hart voor Delft en VVD overwegen moties in de eerstvolgende raadsvergadering van 18 oktober 2022.
Rekenkamerrapport
De gemeente Delft werkt op een passende manier samen met de TU Delft. Niet alle ambities kunnen door personeelsgebrek gerealiseerd worden en de resultaten zijn niet altijd even zichtbaar in de stad, maar de resultaten zijn er. Het college zou de raad wel beter kunnen informeren. Die conclusies staan in het rapport Samenwerking gemeente en TU Delft van de Delftse Rekenkamer. De commissie besprak dit rapport al in de commissievergadering op 25 augustus, maar toen zonder portefeuillehouder Marja van Bijsterveldt.
Zij reageerde donderdagavond op het onderlinge debat dat de commissie vorige maand over het rekenkamerrapport had gehouden. Van Bijsterveldt wees onder meer op de lusten die Delft heeft van de universiteit. Ze wees er onder meer op dat de economische impact van de TU voor de stad mega is. Over de lasten wordt nauw overlegd met de TU en de studentenverenigingen om die zoveel mogelijk te beperken. Wat beter zou kunnen volgens de burgemeester is de zichtbaarheid van de TU in de stad. Delft zou wat haar betreft vaker een proeftuin mogen zijn van de universiteit.
Ze beloofde de fractie van Volt om jaarlijks in de financiële stukken van de gemeente kort te reflecteren op de samenwerking met de TU. STIP kreeg de toezegging dat de burgemeester met het OWEE-bestuur gaat overleggen over de mogelijkheid om tijdens de ontvangstweek een passend programma aan te bieden aan mbo-studenten. De wens van diverse fracties om nauwer betrokken te zijn bij de totstandkoming van het convenant met de TU wees ze af. Dat is volgens haar aan het college en het TU-bestuur. Daarbij worden de wensen en opmerkingen die ze had gehoord meegenomen.
Onderwerpen die in het vernieuwde convenant een plek zouden moeten krijgen zijn volgens diverse commissies studentenhuisvesting en de instroom van buitenlandse studenten. STIP gaf aan, samen met GroenLinks en VVD, in de komende raadsvergadering een amendement op het raadsbesluit te overwegen.
Veiligheid
Maatschappelijk ongenoegen, cybercrime en gedigitaliseerde criminaliteit, jeugd en veiligheid, zorg en veiligheid en ondermijning zijn de prioriteiten die voor de komende vier jaar door politie en justitie zijn aangewezen in het regionaal beleidsplan ‘Coalitie voor de Veiligheid 2023-2026’. Het college zegt in het voorstel Zienswijze concept regionaal beleidsplan ‘Coalitie voor de Veiligheid 2023-2026’ deze regionale prioriteiten te herkennen.
Tijdens de bespreking van het voorstel bleken veel fracties aanvullende wensen te hebben. Zo vond de VVD de zienswijze erg beperkt en zou er meer duidelijkheid moeten komen over wat de prioriteitenlijst betekent voor het handelen van de politie in de wijken van Delft. De ChristenUnie miste high impact crimes als prioriteit in de lijst. Daarnaast vroeg die fractie zich af in hoeverre er lokaal iets gedaan kan en moet worden aan cybercrime.
GroenLinks sprak zijn tevredenheid uit over de zienswijze en over de uitgebreide aandacht in het plan voor preventie. Volt zei dat gender gerelateerde misdrijven een plek op de prioriteitenlijst verdienen. STIP sloot zich daarbij aan. De PvdA sprak over haatmisdrijven en D66 zei dat radicalisering blijvend aandacht van de politie moet krijgen. Hart voor Delft wil dat de politie meer zicht krijgt op de doelgroepen binnen jeugd en veiligheid.
Burgemeester Van Bijsterveldt legde de commissie uit dat de lokale wensen van de partijen een plek kunnen krijgen in het lokale veiligheidsplan dat de raad aan het eind van dit jaar behandelt. Het regionale plan is nodig om vast te stellen wat de politie nodig heeft om haar taken lokaal uit te voeren. Maar wat die lokale taken moeten zijn, daar kan de raad zich nog over uitspreken. Die uitleg stemde de commissie tevreden. Het voorstel is als hamerstuk toegevoegd aan de raadsvergadering op donderdag 18 oktober.
Veiligheidsregio
Ook bij de bespreking van het voorstel Reactie op Regionaal Risicoprofiel en Regionaal Beleidsplan Veiligheidsregio Haaglanden draaide het om de vraag of de fracties zich konden vinden in de conceptreactie van het college op het risicoprofiel en het beleidsplan. De veiligheidsregio voorziet de komende vier jaar vijf risico’s die aandacht verdienen. Dit zijn: bedreiging volksgezondheid, terrorisme, verstoring van de energievoorziening, verstoring openbare orde en gevolgen van extreem weer.
Het college zegt zich in die onderwerpkeuze te kunnen vinden. Daarnaast schrijft het college in de conceptreactie dat de veiligheidsregio moet kijken naar bezuinigingsmogelijkheden en mogelijkheden om binnen de benoemde prioriteiten kostenbesparend te werken. Die opmerkingen zouden volgens Volt weleens gelezen kunnen worden als opgelegde bezuinigingsmaatregelen op de veiligheid. Burgemeester Van Bijsterveldt zei het met Volt eens te zijn dat dat niet de bedoeling was. Volgens haar worden alle verbonden partijen door het college gewezen op verstandig omgaan met geld en is de opmerking vooral bedoeld als aansporing voor meer efficiency. De burgemeester zegde toe dat dat in de zienswijze duidelijker wordt opgeschreven.
De PvdA drong er bij de portefeuillehouder op aan om de meerlaagse waterveiligheid als prioriteit op te laten nemen in het risicoprofiel. Meerlaagse waterveiligheid staat voor maatregelen die overstromingsschade moeten voorkomen. De PvdA las daarover niks terug in het plan terwijl Delft volgens die fractie een serieus probleem heeft als het misgaat met de beschermende dijkring in dit deel van Zuid-Holland. De partij liet weten dit voorstel mee terug te nemen naar de fractie om te kijken hoe dit aandachtspunt een plek kan krijgen in de zienswijze.