Woonmonitor leidt tot uitvoerig debat woningmarkt

Woonmonitor leidt tot uitvoerig debat woningmarkt

12 november 2021 – In de oordeelsvormende vergadering van de commissie Sociaal Domein en Wonen hebben de fracties op donderdag 11 november uitgebreid gedebatteerd over de Delftse woningmarkt en hoe die vlot getrokken kan worden.

Aanleiding voor het debat was de Woonmonitor. Die geeft jaarlijks inzicht in de nieuwbouwplannen en de ontwikkelingen op de lokale woningmarkt. Diverse fracties refereerden ook aan de eerder gehouden beeldvormende bijeenkomst over de woningnood in Delft bij jongeren. De partijen kregen in dat gesprek van jongeren te horen kregen tegen welke grote en kleine problemen zij aanlopen bij het vinden van een woning.

Aan het begin van het debat deelden drie insprekers hun standpunten over de Woonmonitor met de commissie. Twee insprekers drongen aan op een nog diepere analyse van de woningmarktsituatie en een vertegenwoordiger van het Platform Energietransitie Delft stelde de commissie voor dat de gemeente met een stadsbrede aanpak komt voor de verduurzaming van de bestaande woningvoorraad.

Verloten

Een doelgroep die zo goed als geen kans maakt om in Delft een woning te vinden, bestaat uit jonge woningzoekers. STIP zou graag zien dat hun kansen vergroot worden door onder meer een percentage van de woningvoorraad te verloten, zodat zij evenveel kans hebben als woningzoekers die al heel lang staan ingeschreven. Daarnaast pleitte STIP ervoor dat het thema studentenhuisvesting een plek krijgt in de samenwerkingsafspraken van de gemeente en de TU Delft.

De fractie van het CDA bestempelde de Delftse woningmarkt als ingewikkeld. Die partij vindt dat Delft een stad moet blijven voor (startende) gezinnen. Het CDA noemt het zorgelijk dat de leeftijdsgroep van 29 tot en met 45 jaar bij gebrek aan woningen de stad verlaat.  Het aanbod op de woningmarkt zou volgens het CDA veel gevarieerder moeten zijn. Het CDA bepleitte afspraken over de bouw van seniorenwoningen en verduurzaming van bestaande woningen en de mogelijkheid dat huurders hun woning kunnen kopen. Hart voor Delft uitte zijn zorgen dat nieuwe woningen in Delft onbetaalbaar zijn voor mensen met een modaal inkomen. Dat nieuwe woningen kleiner worden, is volgens Hart voor Delft een goede trend. Daarnaast vroeg de fractie aandacht voor onderverhuur in de sociale huursector en de verantwoordelijkheid van de TU voor de studentenhuisvesting.

Kostendelersnorm

D66 sprak zijn tevredenheid uit over het woningbeleid. Om de schaarste op de Delftse woningmarkt beter te verdelen kwam die fractie met enkele voorstellen, waaronder het verhogen van de kostendelersnorm van 18 naar 23 jaar. Die norm bepaalt dat hoe meer volwassenen in een huis samenwonen, hoe lager de bijstandsuitkering. Door de leeftijdsnorm te verhogen zouden jongeren, volgens D66, niet noodgedwongen het huis uit moeten om woonruimte te zoeken die er niet is. De inschrijfleeftijd voor een huurwoning mag van D66 ook verlaagd worden van 18 naar 16 jaar. Ook D66 pleitte voor het zo snel mogelijk verduurzamen van de bestaande woningen in Delft.

De PvdA-fractie was positief over het voorstel van D66 over een aanpassing van de kostendelersnorm. Die partij vroeg onder meer aandacht voor de starterslening en tijdelijke studentenhuisvesting als middelen om de woningmarkt vlot te trekken. Daarnaast vroeg de PvdA om de verpleeghuisbedden een plek te geven in de Woonmonitor. Die bedden ontbreken nu, maar die kunnen volgens de PvdA een indicatie geven van de woningbehoefte van senioren.

Doorstroming

GroenLinks somde de vele maatregelen die al zijn genomen om de doorstroming op de Delftse woningmarkt te verbeteren en de bestaande woningvoorraad te beschermen tegen speculanten. GroenLinks constateerde ook dat die maatregelen onvoldoende zijn als er niet voldoende betaalbare woningen in Delft worden gebouwd. Daar moet in de volgende Woonvisie volgens GroenLinks op worden ingezet. De VVD wees op de 11% scheefwoners in de sociale huur. Bouwen, bouwen, bouwen, is volgens de VVD dé oplossing om woningzoekenden aan een huis te helpen.

De SP vreest dat Delft een plek wordt voor rijke ouderen en studenten. De SP vindt dat er ook iets moet gebeuren voor de 8% huurders die te veel voor hun huurwoning betalen. De bestaande woningvoorraad moet wat de SP betreft versterkt worden en in de volgende Woonmonitor moet volgens de SP de rol van investeerders worden belicht. De ChristenUnie liet weten de conclusies uit de Woonmonitor dat de woningmarkt faalt te kunnen delen. Volgens die fractie is bijsturen hard nodig. Wat de ChristenUnie betreft wordt daarbij niet alleen voor jonge woningzoekers naar creatieve woonoplossingen gezocht, maar moeten voor alle doelgroepen die oplossingen worden gevonden.

Moties

Wethouder Karin Schrederhof kon zich in veel van de aan- en opmerkingen uit de commissie over de Woonmonitor vinden. Ze ging onder meer in op de voorgenomen wijkaanpak voor de energietransitie, de gesprekken met de TU en de gemeenten Schiedam en Rijswijk over de uitbreiding van studentenwoningen en de verduurzaming van woningen die wordt meegenomen in de prestatieafspraken met de woningcorporaties. De wethouder beloofde de wens van Hart voor Delft na te komen om de resultaten van de seniorenmakelaar te evalueren. Diverse partijen lieten weten dat ze dit onderwerp verder met hun fracties gaan bespreken. STIP en D66 overwegen in de komende raadsvergadering op donderdag 18 november moties in te dienen.

Transformatie

Het voorstel Regiovisie Transformatie van Beschermd Wonen naar Beschermd Thuis en van Maatschappelijke Opvang naar Maatschappelijk Wonen 2022 – 2026 is door de commissie als hamerstuk toegevoegd aan de raadsvergadering.

Dit voorstel gaat over de regionale zorg en opvang die mensen met psychische problemen zoveel mogelijk thuis of in hun eigen omgeving moeten krijgen. Als centrumgemeente was Delft tot nu toe ook verantwoordelijk voor mensen uit Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp en Westland. Vanaf 2022 wordt Beschermd Wonen verder gedecentraliseerd naar alle gemeenten. De Maatschappelijke Opvang blijft tot en met 2026 een centrum-gemeentelijke taak. Er geldt een overgangsperiode van acht jaar. In die periode worden met de betrokken gemeenten allerlei afspraken gemaakt.

De PvdA stelde tevreden vast dat de visie rust uitstraalt. Rust die volgens de PvdA nodig is om tot goede afspraken met de andere gemeenten te komen, maar waarbij ook de mensen gebaat zijn die afhankelijk zijn van de hulp en zorg. CDA en STIP vroegen de wethouder hoe de raad op de hoogte gehouden wordt van de bovenregionale samenwerking. De ChristenUnie voegde daarbij toe ook meer informatie te willen zien over de mogelijke risico’s. Hart voor Delft wilde weten of er voldoende woningen beschikbaar zijn. De VVD wees op het belang van voldoende draagvlak in de wijken. GroenLinks zou graag zien dat met jongeren in de jeugdhulp voordat ze 18 jaar zijn een toekomstplan wordt gemaakt, om te voorkomen dat ze na hun hulptraject letterlijk op straat komen te staan.

Wethouder Schrederhof stelde de commissie gerust dat er ook met de woningcorporaties afspraken worden gemaakt. Zij werken volgens de wethouder graag mee. Schrederhof voorziet voor de komende jaren een lang proces, waarin met de regiovisie de eerste stap is gezet. 

Participatiewet

Delftenaren in de bijstand die in deeltijd werken, houden daar geen cent aan over. Dat moet anders betoogden de fracties van D66, ChristenUnie en STIP donderdagavond in het debat over de afdoening van de toezegging van het college over de voor- en nadelen van het gebruik van artikel 31 uit de Participatiewet. In dat artikel staat dat bijstandsgerechtigden die zicht hebben op werk een steuntje in de rug kunnen krijgen met een bonus van ruim 2600 euro per jaar. Ook voor vrijwilligers en mantelzorgers is er zo’n soort bonus, maar in Delft is de werkpremie voor deeltijdwerkers met een bijstandsuitkering nog nooit uitgekeerd. In de afdoening schrijft het college over de hoogte van de kosten en de ingewikkeldheid van de regeling.

D66 pleitte ervoor dat bijstandsgerechtigden met een deeltijdbaan een percentage van hun inkomen boven op hun uitkering moeten kunnen behouden. Dat stimuleert hen volgens D66 om aan werk te komen. Ook de ChristenUnie zou graag meer ruimte zien om mensen in de bijstand te stimuleren een baan te vinden. Volgens de ChristenUnie is de huidige krapte op de arbeidsmarkt daar een goed moment voor. STIP sloot zich daar met de woorden dat werk moet lonen grotendeels bij aan. STIP verwacht dat de kosten beperkt blijven, omdat meer mensen uit de bijstand voor minder uitgaven van de gemeente zorgen.

Wethouder Stephan Brandligt was het deels eens met de fracties, maar hij ziet weinig in het uitkeren van een werkbonus. Volgens de wethouder is het aantal vacatures op dit moment zo hoog dat mensen sneller aan het werk komen. Wie dat niet lukt, is volgens de wethouder niet geholpen met een premie, maar heeft intensieve individuele begeleiding nodig. Investeren in die begeleiding rendeert wat hem betreft beter dan een eenmalige tegemoetkoming.

Na de reactie van de wethouder lieten D66, CDA, STIP en ChristenUnie weten dit onderwerp mee terug te nemen naar hun fractie. De ChristenUnie overweegt in de raadsvergadering volgende week een motie in te dienen.

Kostenbeheersing Wmo

Bij de bespreking van het onderzoek van de Delftse Rekenkamer naar de mogelijkheden voor kostenbeheersing in de Wmo lieten de fracties van CDA en VVD weten dat ze wellicht in de volgende raadsvergadering met moties komen.

In het korte debat ging het onder meer over de reactie van het college op de aanbevelingen van het rapport. Dat stelt onder meer dat in Delft de samenwerking tussen organisaties en bewonersinitiatieven versterkt kan worden. Verschillende fracties, waaronder GroenLinks, D66 en ChristenUnie drongen er bij wethouder Schrederhof op aan om daar meer werk van te maken.

Anders dan wat veel fracties in de schriftelijke reactie van het college op het rapport meenden te lezen, zei de wethouder alle aanbevelingen uit het onderzoek te ondersteunen. De wethouder zei de inhoud te onderschrijven, maar liet ook weten de menskracht liever te willen inzetten op een actieplan en een pragmatische aanpak dan op het maken van een visie.

Orange the World

Aan het begin van de vergadering vroeg een vertegenwoordiger van Soroptimistclub Delft aandacht voor de campagne Orange the World. De club die zich inzet voor de positieverbetering van vrouwen en meisjes vraagt van 25 november tot 10 december aandacht voor deze campagne die oproept om het geweld tegen vrouwen te stoppen. De inspreekster riep de commissieleden op de campagne de komende tijd zichtbaar te steunen door oranje accessoires op de kleding te dragen.