Nee van college wordt toch weer ja tegen de Ja-Ja-Sticker

11 februari 2022 – Wethouder Martina Huijsmans heeft in de oordeelsvormende vergadering van de commissie Economie, Financiën Bestuur op donderdag 10 februari beloofd dat het college toch gaat uitzoeken op welke manier de Ja-Ja-sticker in Delft ingevoerd kan worden.

STIP, GroenLinks, ChristenUnie, D66 en PvdA dienden in september 2019 de motie Ja tegen de Ja-Ja-sticker in. De motie werd aangenomen en het college moest volgens zo snel mogelijk met een concrete Delftse uitwerking van de Ja-Ja-sticker komen. Delft zou daarmee het voorbeeld van Amsterdam volgen. Die gemeente gebruikt de sticker sinds januari 2018. Doel van de sticker is het terugdringen van de papierberg aan folders en reclamedrukwerk dat op de deurmat valt. Met een Ja-Ja-sticker laten mensen weten folders wel te willen ontvangen. Wie geen sticker heeft, ontvangt geen drukwerk.

In november vorig jaar informeerde het college de raad over de uitvoering van de motie. Het college zei het te druk te hebben met corona en het herstelplan en geen tijd en geld te hebben voor het maken van nieuw beleid rond de Ja-Ja-sticker. Het college liet daarnaast weten dat ook de gemeentekoepel VNG niet van plan was om een landelijk model op te stellen gebaseerd op het Nee-Ja-stickerbeleid.

In de commissievergadering reageerden STIP, GroenLinks, ChristenUnie, D66 en PvdA op de brief van het college en ze spraken hun teleurstelling uit over het antwoord van het college. STIP noemde het pijnlijk dat het college de motie niet wilde uitvoeren. GroenLinks en D66 noemden het jammer.  De CDA-fractie merkte op de reactie van de coalitiepartijen op het niet uitvoeren van de motie door het college wat tam te vinden. ChristenUnie en PvdA wezen wethouder Huijsmans erop dat het college een aangenomen motie van de raad altijd moet uitvoeren. Daar drongen ook andere partijen op aan.

STIP wees onder meer op de plannen van de reclamebranche om zelf met een digitaal systeem te komen. Wie niks wil ontvangen, moet dat laten registreren. Wie wel folders wil, hoeft niks te doen.  Daarmee geeft de gemeente de regie uit handen, aldus STIP, om er de wethouder ook op te wijzen dat haast geboden is. Tevens wees STIP op de honderdduizenden kilo’s papier die andere gemeenten na de invoering van de sticker bespaard hebben.

In tegenstelling tot de collegebrief antwoordde de wethouder het een mooie motie te vinden, waar het college achter staat, maar waarbij voor de uitvoering het geld ontbreekt. Desondanks zei wethouder Huijsmans bereid te zijn tot een gesprek met de afvalverwerkers en een lobby voor een landelijke aanpak. De wethouder beloofde dat het nieuwe college er bij de begroting op terugkomt.

De VVD vond dat niet zo nodig en volgens Hart voor Delft hadden de indieners van de motie destijds voor financiële dekking moeten zorgen. De PvdA vroeg de wethouder naar de kosten. Huijsmans zei dat het maken van het beleid de gemeente tussen een halve ton en meer dan één ton kost. Ze sprak over een substantieel bedrag.

STIP liet aan het eind van het debat weten dit onderwerp mee terug te nemen naar de fractie. Die partij overweegt in de raadsvergadering op donderdag 10 maart een motie in te dienen om de financiële middelen explicieter te maken en de opdracht aan het college meer gewicht te geven.

Coronacrisis

Bij de maandelijkse bespreking van het coronabeleid wilde Hart voor Delft van wethouder Stephan Brandligt weten wat de coronacrisis Delft tot nu toe heeft gekost. De wethouder beloofde het uitgebreide antwoord schriftelijk met de raad te delen. Het korte antwoord was 13,8 miljoen euro, waarvan 4,4 miljoen ten laste van de gemeente. Dat bedrag gaf de gemeente aan coronamaatregelen uit in 2020 en 2021.

In het voorstel Aanwendingen bestemmingsreserve Maatregelen coronacrisis dat in de commissie werd besproken vraagt het college de raad akkoord te gaan om dit jaar 834.000 euro te besteden aan corona gerelateerde knelpunten. Het grootste deel van dat bedrag, 528.000 euro, zal volgens wethouder Bas Vollebregt worden gebruikt om culturele instellingen in Delft overeind te houden.

178.000 Euro gaat naar aanvullende capaciteit bij Toezicht en Handhaving. Onafhankelijk Delft en PvdA wilden van burgemeester Marja van Bijsterveldt weten of er nog wel extra handhavers nodig zijn als de coronamaatregelen verder worden versoepeld. De burgemeester wees in haar reactie ook op andere zaken in de stad, zoals de flitsbezorgers, die gehandhaafd moeten worden. Daarnaast verzekerde ze de commissie niet meer geld uit te geven dan nodig is. De ChristenUnie vroeg naar de besteding van extra rijksgeld voor de zorg. Wethouder Karin Schrederhof beloofde daar schriftelijk op te reageren. De ChristenUnie liet weten afhankelijk van dat antwoord al dan niet met een motie in de komende raadsvergadering te komen.

Bibob

De Wet Bibob (bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur) is anderhalf jaar geleden aangescherpt om de aanpak van ondermijning te versterken. Eind vorig jaar heeft het Delftse college de beleidsregel BIBOB Publiekrechtelijke beschikkingen; Horeca- en seksinrichtingen vastgesteld.

STIP, PvdA en D66 vroegen tijdens de bespreking van dit collegebesluit om aandacht voor de omstandigheden en positie van sekswerkers in Delft. Zij moeten volgens de fracties in een veilige omgeving kunnen werken. De PvdA wees op het gevaar dat sekswerkers in de illegaliteit verdwijnen als ze via onderverhuur en zonder vergunningen moeten werken. Daarnaast drongen STIP en D66 aan op een betere informatievoorziening voor de sekswerkers.

Burgemeester Van Bijsterveldt zegde toe dat ze laat kijken of de informatie op de website van de gemeente voldoet voor de sekswerkers. Daarnaast wees ze de commissie op de verdere uitwerking van het beleid, de samenwerking in de regio en op het gebrek aan geld uit Den Haag, waardoor de aanpak sober zal zijn. Geen van de fracties zag aanleiding om dit onderwerp verder in de raadsvergadering te bespreken.

Naamgeving

Het voorstel Verordening naamgeving en nummering (adressen) Delft is door de commissie donderdagavond als hamerstuk toegevoegd aan de agenda van de raadsvergadering op 10 maart. Verschillende fracties, waaronder STIP, D66 en PvdA vroegen wethouder Huijsmans naar de mogelijkheid om meer informatie bij en over de straatnamen in Delft te geven.

De reden om dat te doen zou volgens STIP kunnen zijn dat straatnamen van individuen of periodes controversieel kunnen zijn. Het CDA merkte daarbij op het gevoel te hebben dat straatnamen steeds politiek gevoeliger worden. Om politieke discussies over straatnamen te voorkomen heeft Delft een onafhankelijke straatnamencommissie. Dat systeem werkt niet volgens Hart voor Delft. Die partij pleit al langer voor het vernoemen van straten naar Delftse muzikanten, waarop het CDA met de suggestie kwam om een straat te vernoemen naar oud CDA-politica en in Delft geboren Hannie van Leeuwen.

Wethouder Huijsmans adviseerde de commissie dat de nieuwe raad na de verkiezingen een beeldvormende bijeenkomst houdt met de straatnamencommissie.

Subsidieverordening

De vaststelling van het voorstel Wijziging Algemene subsidieverordening gemeente Delft is na aandringen van D66 doorgeschoven tot na de gemeenteraadsverkiezingen. In het voorstel vraagt het college aan de raad de bevoegdheid om subsidieplafonds vast te stellen over te dragen aan het college. Volgens het college kan op die manier strakker worden gestuurd om binnen het bij de begroting beschikbaar gestelde bedrag te kunnen blijven.

Het voorstel riep in de commissievergadering veel vragen op. Daarnaast wilde de ChristenUnie antwoord op de vraag hoe aanpassingen in het subsidiekader kunnen helpen bij het kleiner maken van de tweedeling in de samenleving. Het college had die vraag beantwoord in een brief, maar die stelde de ChristenUnie enigszins teleur. De fractie had een meer proactieve houding van het college verwacht. Wethouder Martina Huijsmans liet de commissie de wens van de ChristenUnie mee te geven aan het nieuwe college. Dat nieuwe college komt naar verwachting voor de zomer met een voorstel waarin meer informatie en uitleg wordt gegeven over de aanpassing van de subsidieverordening.

Toezicht begroting

Hart voor Delft, CU en VVD voelden wethouder Brandligt aan de tand over de brief van de provincie over het toezicht op de begroting. De provincie oordeelt daarin dat de financiële positie van Delft fragiel blijft en dat het herstelplan waarmee het preventief toezicht in 2021 werd opgeheven niet meer in 2024, maar in 2025, leidt tot herstel van het structureel financieel evenwicht. Hart voor Delft liet weten daar behoorlijk geschrokken van te zijn en het oneens te zijn met financiële beleid van het college. De VVD zei zich eveneens zorgen te maken en vroeg de wethouder naar een volledig beeld van de financiële positie van Delft. De ChristenUnie wilde onder meer weten wat de effecten zijn voor Delft van het regeerakkoord.

Wethouder Brandligt zei de conclusie van de provincie te onderschrijven. Het verschuiven met een jaar van het financieel evenwicht schreef hij toe aan ontwikkelingen die onder meer te maken hebben met corona en het beleid van het kabinet. Hij herhaalde dat gemeenten in het algemeen en Delft in het bijzonder te weinig geld krijgen van het rijk om de taken uit te voeren. Delft lobbyt volgens hem al jaren voor meer geld van het rijk en de laatste jaren is de steun voor de lobby volgens de wethouder toegenomen. Wethouder Brandligt waarschuwde het nieuwe college dat er weinig financiële ruimte zal zijn voor nieuwe dingen. Dat is volgens hem een realiteit waar de nieuwe coalitie na de verkiezingen rekening mee moet houden.