1 oktober 2025 – Daar woonde ik. Bij die groene deur. Geweldige tijd. Meer binnenstad kun je niet hebben. Dicht bij het stadhuis. Dicht bij alles. Maar je wordt ouder. Ik woon nu boven de Hoven, vertelt het commissielid. Gelijkvloers. Hoef nu niks meer aan het huis te doen. Alles dicht in de buurt. Maar eerlijk, als ze die flat naar de binnenstad konden verplaatsen, verhuisde ik mee. We zijn er. De deur staat open. De Jessehof. Startpunt voor Kijk in wijk. Dinsdag 30 september. Samen met bewoners en ondernemers lopen raads- en commissieleden door de Binnenstad. Een wijk die raast, beweegt, bruist, waar niemand zich alleen hoeft te voelen en waar niks verborgen blijft.

In de drukke binnenstad van Delft barst het van de plekken waar je achteloos voorbij of overheen loopt. Ook de Jessehof is zo’n plek, vertelt de voorzitter. Het diaconaal centrum probeert de eenzaamheid tegen te gaan. Onder het systeemplafond luisteren de deelnemers die vanavond drie looproutes door de binnenstad gaan volgen naar haar verhaal. Ze was ooit wethouder en ook raadslid. En ja, ook raadsleden zijn welkom in de Jessehof, want ook als raadslid kun je je soms eenzaam voelen. Om het echte verhaal van de Jessehof te laten zien, start ze een filmpje.
Omzien
Henk, kun je het zien? roept de ene slechtziende van het Inclusie Collectief naar de andere slechtziende van het Toegankelijkheidsnetwerk. Humor. Onder de tafel drinkt zijn hond uit een bak water. De Jessehof is gastvrij. Voor iedereen. We hebben allemaal ons eigen verhaal, zegt de man met het lange witte haar op de video. Al die verhalen zijn even belangrijk. In de Jessehof helpen mensen elkaar. De gepensioneerde professor legt andere bezoekers uit wat er in de krant staat. Omzien naar elkaar.

In de drukke binnenstad valt dat omzien niet mee voor wie slechtziend is of een andere beperking heeft. Alles is vlak. Er zijn geen stoepen meer. Fietsers, scooters, fatbikes kriskrassen tussen voetgangers door. Met een blinddoek voor ervaart een groep raadsleden heel even wat het is om te leven in een omgeving, waarin je afhankelijk bent van een stok, een hond en het besef bij de gemeente dat drie rondjes draaien op de Beestenmarkt ervoor zorgt dat je daar elk gevoel voor richting kwijt bent.
Op de Brabantse Turfmarkt vertelt de wijkagent, zeg maar Cor, samen met ondernemers hoe fatbikers voor overlast zorgen en hoe die overlast aangepakt wordt. Wat verderop staat de stadsecoloog met de andere groep stil bij de leistenen op de Markt. Daar zitten hele kleine fossielen in verborgen. Als je het weet, zie je ze.
Boompjes
Het groen en de beesten. Ze gaan de binnenstadbewoners aan het hart. Bij het Rietveld wijzen de Binnenstad-noord bewoners op de bomen. Aan de ene kant van de gracht staan iele iepen. De gemeente moet meer aandacht aan die bomen geven, vinden ze. Die boompjes voegen niks toe. Ze zorgen niet voor schaduw, niet voor verkoeling en ze houden het geroezemoes van de terrassen niet tegen. De bewoners zamelen geld in voor de campagne; 1000 kronen voor Delft. Op 3 november willen ze tijdens de jaarlijkse Kroonlezing in De Veste 1000 bomen aanbieden aan de stad.

Bij de Raamstraat horen de raadsleden hoe bewoners hun best doen om vogels, egels en bijen terug te krijgen in de binnenstad. Struiken waar mussen in kunnen schuilen. Bladeren waar egels zich in kunnen verbergen. En ook de gierzwaluw is welkom in Delft. Dat vogeltje doet alles in de lucht; slapen, eten, seksen, alleen om te broeden zitten ze even stil op hun nest.
Lutherse kerk
Net zo stil als de groep raadsleden die in de Lutherse kerk luistert naar het streven van de kerkgemeenschap om het gebouw te behouden. Het belang daarvan staat beschreven in de Toekomstvisie Religieus Erfgoed. De vertegenwoordiger van de kerk legt uit hoe woorden omgezet worden in daden. Sinds een paar jaar laat de kerk weer van zich horen en luidt de klok van 9.00 tot 21.00 uur. Dat geeft een buurtgevoel. Het kerkbestuur wil het gebouw multifunctioneel gaan gebruiken. De houten kerkbanken gaan eruit en maken plaats voor stapelbare stoelen. Doodzonde van die banken, roept een bewoner. Nee, de banken gaan eruit en de zalen bij de kerk bieden ruimte voor bruiloften, concerten en uitvoeringen.

Banken en luie stoelen zat bij sociëteit Poenix van Delftsch Studenten Corps. In het monumentale pand is het een drukte van belang in de keuken. De studenten hebben gegeten en in de spoelkeuken wacht de afwas. De president van het Corps leidt de raadsleden rond door de donkere gangen van bar naar bar, langs opgestapelde lege kratten bier naar de kelder waar het nog stil is in studentendiscotheek Lorre.
Cultuurtempel
Een ander kerkgebouw dat op een nieuwe bestemming wacht is de De Génestetkerk. Het kerkgebouw ligt verborgen achter een poort aan de Oude Delft. Niet zo vreemd voor een oude schuilkerk. De nieuwe eigenaar – voor 1 euro kocht ik de kerk – vertelt de raadsleden hoe zijn stichting het voormalige gebedshuis wil veranderen in een cultuurtempel; een plek voor concerten en voor debat. De donkere houten kerkbanken gaan eruit. Opnieuw een zucht van de bewoner die de banken liever in tact houdt. Al moet hij toegeven dat ze niet heel erg gemakkelijk zitten. Over een jaar moet de make-over van kerk naar tempel gereed zijn.
Ondernemers
De andere groep raadsleden hoort van ondernemers op de Markt, de Klis en het Doelenplein hoe zij verenigt en samen opkomen voor hun belangen en hun bedrijven economisch gezond en aantrekkelijk voor bezoekers willen houden. Nu Filmhuis Lumen is vertrokken, hebben de ondernemers op het Doelenplein een stichting opgericht. Die moet evenementen gaan organiseren en geld in het laatje brengen dat terugvloeit in de stichting. De verlichting op het plein kan beter, vinden ze en die auto’s zijn ze liever kwijt dan rijk. Aan de andere kant van de binnenstad horen raadsleden hoe Delftstede is veranderd in een bedrijfsverzamelgebouw met onder meer een kinderopvang en een muziekschool. En bij het Huis van Delft wordt onder meer gesproken over het verbeteren van de bereikbaarheid van de binnenstad.
Klepstuwen
Het begint te schemeren als medewerkers van het Hoogheemraadschap Delfland de raadsleden leren dat de binnenstad een polder is. Soms lijkt het water in de grachten heel laag te staan. Dat lijkt niet alleen zo, dat is ook zo. Delfland sorteert dan voor op een forse regenbui. Met de klepstuwen zorgt het hoogheemraadschap ervoor dat de binnenstad niet overstroomt.
Aan de Geerweg beheren bewoners zelf de speeltuin. Dat doen ze vol overgave en passie. Alleen de regels zitten hen soms wel heel erg in de weg. Willen ze een nieuwe wipkip, dan moeten ze volgens die regels de gemeente laten weten hoe lang die wipkip meegaat. Doodzonde dat bewoners op die manier hun vertrouwen in de gemeente kwijtraken, zegt een van de raadsleden tijdens de afronding terug in de Jessehof.
Bij de Leeuwebrug op de Koornmarkt roept de voorzitter van Belangenvereniging Oude en Nieuwe Delf de raadsleden op om bewoners zo vroeg mogelijk bij plannen van de gemeente te betrekken. Er zit hier zoveel kennis in de binnenstad, zegt hij. Bij de warmtepompen ging het goed. Net als bij het isoleren van monumenten. Bewoners werden heel vroeg betrokken. En ja, de gemeente moet ook werk maken van het fietsparkeren. Die oproep klonk eerder die avond ook bij het Rietveld. Er liggen wel plannen, maar de bewoners willen zien dat er iets mee gebeurt.
Gasthuisplaats
De groep gaat de brug over en stapt de synagoge binnen. Voor veel raadsleden een verborgen plek waar ze voor het eerst binnenstappen. In het Joodse gebedshuis horen ze over de historie van het gebouw en dat het al weer zo’n 20 jaar in gebruik is voor de diensten van de Joodse gemeenschap. De synagoge staat naast de Gasthuisplaats die flink overhoop ligt. Er wordt archeologisch onderzoek gedaan. Menselijke resten en muren komen tevoorschijn. Ze leggen bloot waar in de toekomst gebouwd en geplant kan worden.

Bij de Zuidergracht, waar de woonboten liggen, wordt niks geplant. Het is er hartstikke groen. Maar dat gaat allemaal weg, zegt de vertegenwoordiger van Belangenvereniging Zuidpoort stellig. De raadsleden kijken verbaasd. Ze weten van niks. Ook voor de wijkregisseur van de binnenstad is dat nieuws. Ik ga het uitzoeken, laat hij weten. Ondertussen laat de andere groep raadsleden zich in de Kromstraat bijpraten over de overlast in de uitgaansstraat en het cameratoezicht. De verzuchting klinkt dat er geen poppodium meer is in Delft.
Handboeien
De wijkagent – zeg maar Cor – is dan al afgehaakt. Hij komt wat later dan de rest van de raadsleden en bewoners terug in de Jessehof waar wordt teruggeblikt op nieuwe ontdekkingen, waardevolle ontmoetingen en een gastvrij wijkbezoek. De wijkagent verontschuldigt zich voor zijn omweg. Hij kijkt naar zijn koppel. Hij is zijn handboeien kwijt. Daar begon hij zijn route mee. Maar op de Binnenwatersloot kwam ik iemand tegen die nog een paar dagen cel te goed had. Niets en niemand blijft verborgen in de binnenstad.
















