9 juli 2021 – In de vergadering van de commissie Sociaal Domein en Wonen is op donderdag 8 juli uitgebreid stilgestaan bij de komst van een Islamitische school in Delft. Diverse fracties hadden hun bedenkingen bij de gang van zaken en de manier waarop het college heeft gehandeld.
De Stichting Islamitisch College (SIC) diende begin vorig jaar een verzoek voor de opname van een Islamitische basisschool in het Plan van nieuwe scholen 2021-2024. De gemeenteraad wees dat verzoek een jaar geleden af, waarna de SIC in beroep ging bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Op 1 april dit jaar verklaarde DUO het beroep gegrond en werd het raadsbesluit vernietigd. Het Delftse college van b en w werd geïnformeerd en besloot om niet tegen de uitspraak in beroep te gaan. Dat betekent dat Delft de school vanaf augustus 2022 onderdak moet bieden.
De PvdA liet weten verrast te zijn door het collegebesluit. De SIC diende in het verleden al zes keer in Delft een verzoek in voor een Islamitische basisschool. Telkens wees de gemeenteraad de aanvraag af, omdat de levensvatbaarheid van een Islamitische basisschool in Delft volgens de wettelijke toets niet was aangetoond. Net als andere fracties wilde de PvdA van wethouder Lennart Harpe onder meer weten wat nu de financiële consequenties zijn voor de gemeente en de eventuele gevolgen voor andere scholen.
Hart voor Delft hield een pleidooi voor uitsluitend openbaar onderwijs en streng toezicht op het onderwijs in bijzondere scholen. De wethouder zou daar volgens Hart voor Delft bovenop moeten zitten. De ChristenUnie zei pal te staan voor de vrijheid van onderwijs. Die fractie had graag gezien dat het college de raad actief had geïnformeerd over de uitspraak van DUO. De raad had er dan wellicht iets van kunnen vinden en die overwegingen had het college in haar besluit mee kunnen nemen. Dat had volgens de ChristenUnie voor een breder draagvlak kunnen zorgen.
Wethouder Harpe legde uit dat het college de raad niet heeft gepasseerd, maar de tijd nam om na juridisch advies een zorgvuldig besluit te kunnen nemen. Harpe hield de commissie ook voor dat die bevoegdheid bij het college ligt en dat de gemeenteraad van tevoren geen afspraken had gemaakt om extra ingelicht te worden. De wethouder zei nog steeds achter de keuze te staan om niet in beroep te gaan.
Dat betekent dat de gemeente wettelijk verplicht op zoek moet gaan naar geschikte huisvesting voor de nieuwe basisschool. De SIC heeft aangegeven in de buurt van Voorhof, Buitenhof en Tanthof te willen zitten. Wat de wethouder betreft, kan dat in het begin tijdelijk in een bestaand gebouw zijn dat eventueel met een andere school gedeeld moet worden. Op de lange termijn kan volgens wethouder Harpe uitgekeken worden naar permanente huisvesting. Daarbij spelen ook de kosten een rol, want de gemeente moet het doen uit de bestaande pot voor onderwijshuisvesting. Het Rijk draagt niks bij. Naast de financiële gevolgen, legde de wethouder ook uit dat er overlegd wordt met bestaande scholen over eventuele leerlingenstromen die op gang komen.
Wat de VVD betreft kan de Islamitische basisschool een plek krijgen in het Delftse integratiebeleid. De VVD had het over een dialoog met de school over normen en waarden. D66 zei eveneens een dialoog te willen, omdat die fractie zorgen heeft over het toelatingsbeleid. De CDA-fractie had net als de ChristenUnie graag gezien dat het college de raad eerder had geïnformeerd over de uitspraak van DUO. STIP liet weten teleurgesteld te zijn en pleitte ervoor om de huisvesting op een slimme manier aan te pakken. GroenLinks hoopt op samenwerking. De fractie stelde dat zolang er Christelijke scholen zijn er ook Islamitische scholen moeten zijn. De PvdA was vooral benieuwd naar de sfeer die de wethouder in de contacten met de stichting had geproefd. De SP zei voorstander te zijn van seculier onderwijs en drong erop aan bijzondere scholen als normaal te behandelen en ook deze school in Delft te verwelkomen.
Wethouder Harpe noemde de overleggen met de SIC tot nu toe verkennend constructief. Volgens hem is de school ook bereid om de samenwerking met andere scholen te zoeken. Samenwerking in de huisvesting of gedeeld schoolgebruik is volgens de wethouder een van de eerste opties om de komst naar de Delft mogelijk te maken. Hij zegde de commissie toe in het eerste kwartaal van 2022 met een voortgangsrapportage naar de raad te komen. Daarnaast krijgt de raad een apart voorstel om een besluit te nemen over de huisvestingskosten voor de Islamitische basisschool.
Smart Makers
Alle fracties reageerden in de commissievergadering in meer of mindere mate positief op het voorstel om een voorbereidingskrediet van maximaal 400.000 euro beschikbaar te stellen voor de uitwerking van Smart Makers Delft. Dat bedrag wordt uit de algemene reserve gedekt.
Smart Makers Delft is de naam die is gegeven aan de gezamenlijke komst van het vmbo en mbo naar de TU-campus. Het Lucas Onderwijs, ROC Mondriaan en de gemeente hebben vorig jaar een intentieovereenkomst getekend. Volgens het college moet het een plek worden waar onderwijs en bedrijfsleven samen leren, innoveren en experimenteren. Die doelstelling werd door de meeste fracties onderschreven.
Volgens VVD en D66 draagt Smart Makers Delft bij aan het creëren van banen op alle niveaus. Maar er waren ook vragen voor wethouder Harpe over de kostenverdeling. De ChristenUnie wilde onder meer weten waarom de gemeente bij dit concept is betrokken en waarom het onderwijs en het bedrijfsleven dit niet zelf van de grond krijgen. Hart voor Delft sprak de hoop dat het project geen mislukking wordt, zoals vergelijkbare initiatieven in andere gemeenten dat wel werden. Daarnaast vroeg Hart voor Delft ook aandacht voor de pedagogische kant van het verhaal. Leerlingen die op school buiten de boot vallen en ook weinig zin hebben om werkend te leren moeten volgens Hart voor Delft terecht kunnen bij een ‘tussenstation’.
De SP wees erop dat grote bedrijven vaak eigen bedrijfsscholen hebben en dat het MKB vaak te klein is om zelf talent te ontwikkelen. Volgens de SP zou voorkomen moeten worden dat Smart Makers Delft een verkapte subsidie is voor grote bedrijven. Die fractie vroeg de wethouder een inventarisatie te maken van de behoeften van het MKB.
Wethouder Harpe nam die suggestie van de SP over en hij zei ook te gaan kijken naar de wens van Hart voor Delft om de pedagogische invalshoek mee te nemen in de voorbereidingen. Die voorbereidingen moeten later dit jaar leiden tot een samenwerkingsovereenkomst en medio 2022 tot een businesscase. De wethouder beloofde dat de raad eind dit jaar bij die samenwerkingsovereenkomst een stand van zaken krijgt over de financiën en de kostenverdeling. Aan het eind van het debat concludeerde de commissie dat het voorstel op donderdag 15 juli in de raadsvergadering als hamerstuk kan worden vastgesteld.
Ouderenbeleid
De bespreking van het rapport Wat nou oud? van de Delftse Rekenkamer over het lokale ouderenbeleid gaf de fracties de gelegenheid eigen accenten in dat beleid mee te geven aan wethouder Karin Schrederhof. De adviezen en aanbevelingen uit het rapport werden door college en commissie onderschreven. De rekenkamer concludeert onder meer dat de Delftse ouderen samen een diverse doelgroep vormen en dat er weinig mis is met het ouderenbeleid. Het kan altijd beter, aldus de Delftse Rekenkamer.
Het CDA liet weten een onderscheid te willen maken tussen 55-plussers die nog zo’n twaalf jaar moeten werken en de ‘echte’ ouderen. Voor de groep 70/75-plussers zou wat het CDA betreft best specifiek beleid geformuleerd kunnen worden. Hart voor Delft deelde dat standpunt. De PvdA vroeg de wethouder om de ouderen wijkgericht te benaderen en SP vroeg aandacht voor ouderenhuisvesting.
Beide fracties werden op hun wenken bediend door wethouder Schrederhof. Ze zei dat het Delftse ouderenbeleid in de praktijk gericht is op 70-plussers. Hun woonwensen worden op dit moment in overleg met zorgverzekeraar DSW voor de regio in kaart gebracht. Per wijk kunnen die wensen al enorm verschillen. De wethouder vertelde dat de gemeente per wijk de woonbehoeften van ouderen gaat onderzoeken. Daarnaast wees de wethouder op het versterken van netwerken, mantelzorgers en omschreef ze eenzaamheid onder ouderen als een maatschappelijk probleem dat morgen niet is opgelost.
Het voorstel met aanbevelingen uit het rekenkamerrapport wordt op 15 juli door de raad als hamerstuk vastgesteld.
Langer en Weer Thuis
De huisvesting van ouderen en de regiovisie op ouderenzorg kwamen ook voorbij in de bespreking van de voortgangsrapportage over het programma Langer en Weer Thuis. Dat programma zet onder meer in op nieuwe woonvormen en huisvesting voor ouderen en mensen met een beperking.
De ChristenUnie noemde het goed om de balans op te maken en riep wethouder Schrederhof op om de urgentie op dit terrein te blijven voelen. De PvdA vroeg onder meer aandacht voor de noodzaak van voldoende verpleeghuisplekken. Die behoefte gaat de komende jaren stijgen. GroenLinks acht daarbij het vinden van een tussenvorm ook nodig, omdat volgens die fractie het gat tussen zelfstandig wonen en het verpleeghuis nog te groot is in Delft.
VVD, D66 en STIP reageerden eveneens positief op het rapport. Dat STIP in het voormalige VAK-gebouw aan de Westvest liever een poppodium of studenten dan ouderen had gezien, zorgde bij de CDA-fractie voor wat irritatie. Ook het CDA vroeg wethouder Schrederhof nog niet achterover te gaan leunen. Dat is de wethouder naar haar zeggen ook niet van plan. Gebrek aan geld en ambtenaren zijn volgens de wethouder nog geen belemmering, maar zodra dat wel het geval is, beloofde ze dat probleem voor te leggen aan de raad. De commissie zag geen aanleiding om dit onderwerp verder in de raadsvergadering te bespreken.
Schuldhulpverlening
Bij de bespreking van het jaarverslag over de gemeentelijke schuldhulpverlening uitten diverse fracties onder meer hun zorgen over de verwachte schuldenpiek die na de coronacrisis dreigt. GroenLinks en D66 vroegen wethouder Schrederhof daar scherp op te zijn. De VVD vroeg aandacht voor preventie. STIP vindt dat de gemeente mensen met schulden zoveel mogelijk met saneringskredieten moet helpen en de PvdA wees op situatie van alleenstaande ouders en mensen met een licht verstandelijke beperking die extra hulp nodig hebben om financieel zelfredzaam te worden.
Hart voor Delft constateerde dat mensen met schulden vaak eerst aankloppen bij vrijwilligersorganisaties en niet bij de gemeente. De wethouder legde uit dat de inzet van vrijwilligers de gemeente juist helpt om de boekhouding op orde te brengen voordat het schuldhulptraject kan beginnen. De wethouder durfde nog niet te voorspellen wat de gevolgen zijn van corona op het gebied van de schuldhulpverlening. Als die piek betekent dat er meer geld en ambtenaren nodig zijn, vraagt de wethouder de raad om extra middelen. Schrederhof zei dat de gemeente blijft communiceren om de schuldhulpverlening zo bekend en bereikbaar mogelijk te maken. De wethouder beaamde dat saneringskredieten kunnen helpen, maar dat schuldeisers dan ook mee moeten werken.
Geen van de fracties zag na de bespreking aanleiding om een motie aan te kondigen, zodat dit onderwerp niet terugkomt in de raadsvergadering.