Gezondheidsmonitor Jeugd laat commissie schrikken

27 november 2023 – Een op de vijf Delftse tweede- en vierdeklassers uit het voortgezet onderwijs heeft de afgelopen maand alcohol gebruikt. Ruim een derde van de ouders vindt het goed dat hun kind drinkt of zegt er niks van en in Delft komt vapen onder jongeren vaker voor dan roken. Dat blijkt uit de Gezondheidsmonitor Jeugd 2023 die op dinsdag 26 november werd besproken in de vergadering van de commissie Sociaal Domein en Wonen.

GGD Haaglanden doet elke vier jaar onderzoek naar de gezondheid van deze groep jongeren. Verschillende fracties, waaronder STIP en Volt lieten weten, geschrokken te zijn van de cijfers. STIP wees onder meer op de groeiende prestatiedruk en stress die meisjes ervaren en bijna een kwart van de ondervraagde jongeren dacht er het afgelopen jaar serieus over een eind aan zijn of haar leven te maken.

De gemeente en de scholen doen heel veel, via beleid en onderwijsprogramma’s om de gezondheid van scholieren te versterken. STIP en Volt wezen de wethouders Joëlle Gooijer en Karin Schrederhof erop dat in dat beleid nog geen aandacht is voor vapen.

Hart voor Delft zei blij te zijn met het onderzoek, omdat de cijfers laten zien wat er aan de hand is. De fractie vroeg eveneens aandacht voor vapen, zei vertrouwen te hebben in de uitvoerende instanties, maar zei het ook jammer te vinden dat het onderzoek niet laat zien wat de resultaten zijn van het lokale gezondheidsbeleid. De PvdA vroeg onder meer aandacht voor de online veiligheid van jongeren. De PvdA hecht eraan dat seksueel misbruik zowel online als offline wordt aangepakt en dat scholen in die aanpak ervaringsdeskundigen betrekken om scholieren weerbaarder te maken.

D66 wees onder meer naar het initiatiefvoorstel Rookvrije generatie dat die partij in 2019 met het CDA indiende en waar een ruime raadsmeerderheid mee instemde. Dat voorstel zou volgens D66 afgestoft kunnen worden om ook het terugdringen van vapen erin op te nemen. De fractie had heel veel vragen; onder meer over het hoge aantal jonge mantelzorgers en het hoge aantal scholieren met psychische klachten in Delft. 

De VVD omschreef de jeugdzorg als een systeem dat aan het bezwijken is. Die fractie reageerde op de brief van het college, waarin de raad elk half jaar wordt bijgepraat over de stand van zaken in de lokale jeugdzorg. Landelijk krijgt één op de zeven jongeren een vorm van jeugdzorg. De VVD wil net als het kabinet dat dat aantal in 2028 maximaal één op de tien wordt. Daarnaast rekende de VVD voor dat het landelijk tekort op de jeugdzorg in 2023 628 miljoen euro bedroeg en dit jaar 828 miljoen.

Ook de ChristenUnie reageerde op de informatiebrief van het college. De ChristenUnie stelde de wethouders voor om met werkgroep Sociaal Domein eens te kijken naar de inhoud van die brief die veel zegt over systemen en processen, maar weinig over jongeren. Net als andere fracties wilde GroenLinks van het college weten wat de gemeente gaat doen om de vraag naar jeugdzorg te verminderen.

Wethouder Schrederhof zei ook geschrokken te zijn van het GGD-onderzoek en ze beloofde de commissie samen met de GGD te gaan kijken waar en hoe extra inzet nodig is. Ook kondigde ze een herziening van het lokale gezondheidsbeleid aan. Ze beloofde STIP en de overige fracties dat in het vernieuwde gezondheidsbeleid ook de genoemde aandachtspunten worden meegenomen. De wethouder waarschuwde de commissie dat het landelijk beleid het lokaal beleid in de weg kan zitten. Zo moeten alle gemeenten rekening houden met de voorgenomen bezuinigingen van het kabinet op preventie.

De jeugdzorg is volgens wethouder Gooijer een veelkoppig vraagstuk. De toenemende druk op de jeugdzorg heeft tal van oorzaken en het scala aan zorgvragen is heel breed, aldus de wethouder. Volgens Gooijer staan gemeenten en instanties samen aan de lat om dit op te lossen. Het lijkt de wethouder logisch dat daarbij gestreefd wordt naar het verlagen van de druk op de jeugdzorg.

Regenboogstad Delft

In deze vergadering boog de commissie zich ook over de eerste evaluatie van het Actieplan Regenboogstad Delft 2023-2026. Met dit actieplan wil de gemeente de sociale acceptatie en veiligheid van de LHBTI+ gemeenschap in Delft vergroten. Daarvoor werkt de gemeente samen met Delftse Werkgroep Homoseksualiteit (DWH), Delft voor Elkaar/Haaglanden Beweegt, Pieter van Foreest en Gemeente Delft.

De meeste activiteiten uit het actieplan worden uitgevoerd door de Delftse Werkgroep Homoseksualiteit. Een vertegenwoordiger van deze werkgroep gaf als inspreker een toelichting op die activiteiten. Volgens DWH wordt er heel veel gedaan op scholen, op het gebied van welzijn en in de stad, maar is er nog veel werk aan de winkel bij sportverenigingen en geloofsgemeenschappen. De inspreker zou graag zien dat DWH gebruik kan maken van het netwerk van de gemeente om makkelijker toegang te hebben tot instanties en verenigingen waarin de werkgroep zelf geen actieve vrijwilligers heeft.

STIP zei verbaasd te zijn dat de partners van de gemeente niet waren betrokken bij het opstellen van deze jaarlijkse evaluatie. Ook zei STIP een overzicht te missen van waar de gemeente nu staat en wat er nog moet gebeuren. Daarnaast wees STIP erop dat bij het melden van verloren voorwerpen door de gemeente nog wordt gevraagd of iemand man of vrouw is. Dat is volgens STIP een onnodige vorm van genderregistratie.

Het kan veel beter, concludeerde de PvdA. De gemeente kan, wat de PvdA betreft voor DWH veel meer deuren openen. Op sommige scholen. geloofsgemeenschappen en sportclubs moet dit onderwerp meer aandacht krijgen en de PvdA vindt ook dat binnen de gemeente werk gemaakt zou moeten worden van transitieverlof (bijzonder verlof voor transgenders). GroenLinks en Volt wilden van wethouder Gooijer weten welke stappen zij ziet om de samenwerking met DWH te verbeteren. De wethouder gaf toe dat de door alle drukte de partners niet bij de evaluatie waren betrokken, maar dat dat bij de volgende evaluatie wel gaat gebeuren. Die evaluatie krijgt de raad in het eerste kwartaal van 2025. Wethouder Gooijer lichtte de commissie ook toe dat de gemeente werkt aan beleid, maar dat er nu alleen sprake is van een actieplan, waarin de rol van de gemeente beperkt is. Met weinig geld (20.000 euro), kunnen we weinig doen, aldus de wethouder. Daarnaast wees ze op de rol van scholen en sportverenigingen die zelf verantwoordelijk zijn om al dan niet in actie te komen, bijvoorbeeld door informatie te plaatsen op hun websites.

De inspreker zei vertrouwen te hebben in de samenwerking met de gemeente en dat met de beperkte financiële middelen toch veel bereikt kan worden. De VVD-fractie adviseerde om de schaarse middelen vooral in te zetten waar het meeste effect valt te halen; op de nu nog blinde vlekken waar vermoedens van discriminatie bestaan. Onafhankelijk Delft brak een lans om ook de Delftenaren die zich uitbundiger kleden niet uit de boot te laten vallen.

Huisvestingsverordening

Het voorstel Wijziging Huisvestingsverordening Delft 2023 is door de commissie als hamerstuk toegevoegd aan de komende raadsvergadering. Het voorstel omvat een beperkt aantal technische wijzigingen, waarover Hart voor Delft en STIP nog vragen hadden. Hart voor Delft zette vraagtekens bij het versneld toewijzen van woningen aan statushouders en de daardoor toenemende druk op de sociale woningmarkt en STIP wilde weten of de wethouder werk gaat maken van het vaker laten verloten van woningen door de woningcorporaties. Na de beantwoording door wethouder Schrederhof zagen zij geen aanleiding om voor de komende raadsvergadering moties aan te kondigen.

Brugfunctionaris

Ook het voorstel Voorziening brugfunctionaris in het onderwijs is na bespreking in de commissie als hamerstuk op de raadsagenda gezet. De fracties reageerden positief op het voornemen van het college om in de Verordening financiële en materiele gelijkstelling onderwijs Delft 2022 (FIMA) een voorziening op te nemen waarmee scholen die niet in aanmerking zijn gekomen voor de landelijke subsidieregeling Brugfunctionaris tegemoetgekomen kunnen worden met een gemeentelijke voorziening brugfunctionaris voor de schooljaren 2024-2025 en 2025-2026. Een brugfunctionaris is iemand die scholen kunnen inzetten om hulp te bieden aan gezinnen met vragen en zorgen die niet direct met onderwijs te maken hebben.

Kijk de commissievergadering terug