Instrumenten van de raad

De gemeenteraad heeft een controlerende en kaderstellende taak. Om deze taken goed uit te voeren beschikt de raad over een aantal instrumenten, zoals:

initiatiefvoorstel
motie
amendement
schriftelijke vragen
interpellatie
raadsonderzoek (enquête)

Initiatiefvoorstel

De spelregels over initiatiefvoorstellen zijn opgenomen in het reglement van orde van de gemeenteraad (artikel 37).

Met een initiatiefvoorstel (format voor raadsleden) kan een raadslid een eigen voorstel voorleggen aan de raad en het college. Een raadslid hoeft hierbij geen steun van andere raadsleden te hebben. Hierdoor is het raadslid niet alleen afhankelijk van voorstellen van het college maar kan hij of zij ook zelf onderwerpen op de agenda zetten.

Motie

Een raadslid dient een motie in wanneer hij of zij een uitspraak van de raad wil hebben (artikel 30 en artikel 35 en 35a).

Het gaat daarbij niet om een wijziging van een voorgesteld raadsbesluit, maar om een uitspraak over het onderwerp dat wordt besproken. Een motie draagt het college op iets te doen of juist iets niet te doen.

Een motie kan ook een verzoek of een opdracht aan bijvoorbeeld het presidium of een verzoek aan de rekenkamer zijn. Een motie wordt ingediend door één of meerdere raadsleden. De motie wordt tijdens de raadsvergadering besproken; vervolgens wordt hierover gestemd. Een bijzondere vorm is de motie van afkeuring of wantrouwen, die -indien door de raad aangenomen- kan leiden tot het vertrek van een collegelid.

Delft heeft ook een zogenaamde ‘actuele motie’. Die worden als regel ingediend aan het einde van een raadsvergadering en gaan over een actueel thema dat niet op de raadsagenda staat.

Amendement

Een amendement (format voor raadsleden) is een voorstel van een raadslid om de tekst van een ontwerpbesluit aan te passen (artikel 30 en artikel 34).

Als de meerderheid van de raad voor het amendement stemt, wordt het oorspronkelijke raadsbesluit gewijzigd. Een aangenomen amendement kan door het college niet naast zich neer worden gelegd.

Voor de stemming kan het college wel haar ‘onaanvaardbaar’ uitspreken over een amendement. De raad neemt dat dan mee in zijn uiteindelijke beslissing.

Schriftelijke vragen

Een raadslid kan het college schriftelijke vragen stellen over actuele onderwerpen (artikel 39).

De vragen worden bij de voorzitter van de raad ingediend en na de beantwoording door het college van B en W toegevoegd aan de lijst met schriftelijke vragen.

Interpellatie

In het verlengde van het vraagrecht, kan een raadslid een interpellatie (format voor raadsleden) aanvragen over een actueel onderwerp dat niet op de agenda van de raadsvergadering staat (artikel 40).

De raad moet een verzoek tot interpellatie goedkeuren. Essentieel verschil tussen een interpellatie en een mondelinge vraag is dat bij het aanvragen van de interpellatie de aanvrager een inhoudelijke debat wil voeren en een uitspraak van de raad wil uitlokken. Het komt geregeld voor dat een interpellatie leidt tot een motie van afkeuring, waarin (een deel van) de raad het vertrouwen opzegt in een collegelid.

Enquête

De spelregels die gelden bij een raadsonderzoek (enquête) kun je lezen in het reglement van Orde van de gemeenteraad (artikel 41).

Indien één of meer raadsleden de raad willen voorstellen nader onderzoek te willen doen naar het door het college van B en W gevoerde bestuur, wordt daarvoor een schriftelijk voorstel ingediend bij de voorzitter, met een omschrijving van het onderwerp van onderzoek en een toelichting.